ch6 That's a fact (text) + Grammar 17 (Imperative)

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Today's goals

• Testweek: What and how to learn?
• Homework recap 'That's a fact'
  
• Grammar 16(can/could)  +  grammar 17 (imperative)
  
• Huiswerk = SO = irregular Verbs to be/ to hide= 26 mei
  

Grammar Theme 6

- Can / Could

- Gebiedende wijs

- Toekomst; Future met 'to be going to'

- Huiswerk.

Can/Could

Can/Could

Je gebruikt can om te zeggen dat iemand (iets) kan.

vb. He can tell you how to get there.
(Hij kan je vertellen hoe je daar moet komen)

Je gebruikt cannot (can't) om te zeggen dat (iemand) iets niet kan.

I cannot swim./I can't swim. (Ik kan niet zwemmen)

Can/could

Je gebruikt could om te zeggen dat iemand iets zou kunnen.

vb. They could tell you the way to the station.

(Zij zouden je de weg naar het station kunnen vertellen)

can/could

Vragen stellen.

Als je wilt vragen of (iemand) iets kan, zet je can vooraan in de zin. 

vb. Can I help you?

(Kan ik je helpen?)

De rest van de zin blijft hetzelfde.

can/could

Bij vragen is het beleefder om could te gebruiken.

vb. Could you say that again, please?

(Zou je/U dat nog een keer kunnen zeggen?) 

... I ask you a question?

1. Can
2. Can't
3. Could

........... you find what you were looking for?

1. can
2. could

She ... sing very well

1. can
2. could

.....I ask you something?
- Yes, of course

1. Can
2. Were
3. Would
4. Could

Gebiedende wijs...(Imperative)

How?

• als iemand iets moet  doen, begin je de zin met het werkwoord zonder      to
• wanneer je tegen iemand wil zeggen dat hij/zij iets niet moet doen, begin je de zin met       don’t

How to make it, when to use it?

Hoe:

• Je gebruikt het hele werkwoord zonder to.
• e.g.: Close the window.

Wanneer:

• bevel geven (Come here!)
• instructies geven (Whisk the eggs.)
• waarschuwen(Watch out!)
• iets verzoeken, en dan 'please' (alsjeblieft) toevoegen (Pass me the salt, please.)

Zet in de gebiedende wijs:
You can close your books.

1. You close your books.
2. Can close your books.
3. Close your books.

Maak een gebiedende wijs:
You must do your homework.

1. You do your homework
2. Must do your homework
3. Do your homework

Zet in de gebiedende wijs:
You may not touch the books

Today's goals

• Testweek: What and how to learn?
• Homework recap 'That's a fact' + can/could
  
• Grammar 17: De gebiedende wijs (imperative)
  
• Huiswerk = SO = irregular Verbs to be/ to hide= 26 mei