Herhaling Hoofdstuk 1! KADER 4
1 / 18
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat weten jullie nog?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Primaire behoeften
secundaire behoefte
Slide 4 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke middelen heb je nodig om in behoeften te kunnen voorzien?
A
Geld en ruimte.
B
Ruimte en tijd.
C
Gezondheid en ruimte.
D
Geld en tijd.
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Noem 2 vrije goederen:
Slide 6 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een voorbeeld van een schaars goed?
A
Wind.
B
Gas uit je gaspit in de keuken.
C
Zonlicht.
D
Mooie omgeving.
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke manier om in je behoeften te voorzien is dit:
- Wandelen door een stadspark?
- Wandelen door een stadspark?
A
consumeren.
B
zelfvoorziening.
C
Natuurlijke hulpbronnen.
D
collectieve voorzieningen.
Slide 8 - Quiz
consumeren = kopen van goederen en diensten
zelfvoorziening = je produceert dan zelf wat je nodig hebt
Collectieve voorzieningen = voorziet de overheid in onze behoeften. Denk aan de aanleg van zwembad, fietspaden, verlichten etc.
Commerciële beïnvloeding
sociale beïnvloeding
Slide 9 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
De marketingmix (de 6 p's)
Hoe krijg je aandacht voor het product?
Welke producten worden verkocht?
Hoe worden producten gepresenteerd?
Wat voor mensen werken er?
Welke prijs krijgt het product?
Waar is het te koop?
Prijsbeleid
presentatiebeleid
productbeleid
personeelsbeleid
plaatsbeleid
promotiebeleid
Slide 10 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Consumentenorganisaties testen producten van verschillende merken.
Wat is een andere taak van consumentenorganisaties?
Wat is een andere taak van consumentenorganisaties?
A
Consumentenorganisaties bepalen zelf hoe lang je garantie krijgt op een product.
B
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van fabrikanten.
C
Consumentenorganisaties geven uitleg over je rechten als consument.
D
Consumentenorganisaties maken wetten met regels over de veiligheid van producten.
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een voorbeeld van duurzaam consumeren?
A
Je koopt iedere dag vlees.
B
Je fietst naar je werk.
C
Je gaat iedere dag met de auto naar het werk.
D
Je bestelt pakketjes die met het vliegtuig naar Nederland komen.
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Onder welke inkomensvorm valt zakgeld?
A
arbeid.
B
bezit.
C
overdracht.
Slide 13 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
De hoogte van iemands inkomen wordt bepaald door:
A
Leeftijd en opleiding.
B
De mate van verantwoordelijkheid in je beroep en ervaring.
C
Je prestaties, en hoe zwaar je werk is.
D
A, B en C zijn juist.
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welvaart
Welzijn
Slide 15 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 17 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 18 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
