Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Economisch bekeken
Werken voor de winst
Hoofdstuk 1:
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
H1.1: produceren
We lezen samen de (blauwe) leertekst op blz. 8
Slide 3 - Diapositive
H1.1: produceren
timer
2:00
Opdrachten maken:
- Maak van H1.1 opdracht 1en 2
Na 2 min kijken we gezamelijk na
Let op
Deze opdracht maak je alleen
Slide 4 - Diapositive
H1.1: produceren
We lezen samen de (blauwe) leertekst op blz. 9
Slide 5 - Diapositive
H1.1: produceren
timer
3:00
Opdrachten maken:
- Maak van H1.1 opdracht 3, 4 en 5
Na 3 min kijken we gezamelijk na
Let op
Deze opdracht maak je alleen
Slide 6 - Diapositive
H1.1: produceren
We nemen de opdrachten
van blz. 10 en 11 eerst samen door.
Slide 7 - Diapositive
Rekenvaardigheden - Percentage berekenen
Je wilt uitrekenen hoeveel een bepaald percentage van een geheel is. Er zijn twee manieren / formules
Manier 1: het totale aantal : 100 x gegeven percentage
Slide 8 - Diapositive
Rekenvaardigheden - Percentage berekenen
Je wilt uitrekenen hoeveel een bepaald percentage van een geheel is. Er zijn twee manieren / formules.
Manier 2: een kommagetal maken: het percentage deel je door honderd. Daar komt een kommagetal uit. Daarna: het kommagetal vermenigvuldig x het totale aantal
Slide 9 - Diapositive
1.1: produceren
timer
10:00
Opdrachten maken:
Maak van H1.1 opdracht 6 t/m 13.
Na 10 min kijken we gezamelijk na.
Leg je antwoorden uit als dat wordt gevraagd en schrijf berekeningen helemaal op.
Gebruik de leerteksten op blz. 8 en 9.
Let op
Deze opdracht maak je alleen
Slide 10 - Diapositive
Inloggen LessonUp LessonUp app
Registreren met je schoolmailaccount
Slide 11 - Diapositive
Terugblik: wat heb je deze les geleerd?
Slide 12 - Diapositive
Wie behoren tot de beroepsbevolking?
In welke sectoren werkt de beroepsbevolking?
Om te kunnen produceren heb je de productiefactoren KAN nodig. Waar is dit een afkorting van?
Wanneer je geen belasting en sociale premies betaalt, terwijl je wel werkt noem je dit ...?
Mensen tussen de 15 en 75 jaar die een baan hebben of op zoek zijn naar een baan
Collectieve sector
Marktsector / particuliere sector
Kapitaal, Arbeid en Natuur
Zwartwerk
Grijswerk
Slide 13 - Question de remorquage
Werken voor de winst H1.1: produceren
De beroepsbevolking is werkzaam in:
Marktsector / particuliere sector
Alle bedrijven die uit zijn op winst horen tot deze sector (ook particuliere sector genoemd)
Collectieve sector
Alle bedrijven die NIET uit zijn op winst horen tot deze sector
Slide 14 - Diapositive
H1.1: produceren
De productie van een land wordt verdeeld onder vier sectoren
Primaire sector
Producten worden uit de natuur gehaald
Secundaire sector
Bedrijven vermaken grondstoffen tot halffabricaten en eindproducten
Tertiaire sector
Bedrijven die diensten verrichten om winst te maken
Quartaire sector
Bedrijven die geen winst willen maken
Slide 15 - Diapositive
De vier productiefactoren zijn ...
timer
1:00
Slide 16 - Question ouverte
Wat hoort bij bovenstaande productiefactoren?
Sleep het naar de juiste plek.
kapitaal
arbeid
natuur
Werknemers, personeel
Lucht, zon, water, grondstoffen
Machines, gebouwen, voorraden, transportmiddelen
Slide 17 - Question de remorquage
Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Welke beroepen kom je tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar
Slide 19 - Quiz
Industrie is een onderdeel van de secundaire sector.