Week 21 - les 2 - B1E

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Le programme:

* SO / au travail
* Expliquer bloc H
* Répéter les mots de bloc E et F
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je geleerd voor het SO.
* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.
* heb je de woorden van bloc E en F herhaald.


Slide 2 - Diapositive

Le programme:

* SO / au travail
* Expliquer bloc H
* Répéter les mots de bloc E et F
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je geleerd voor het SO.
* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.
* heb je de woorden van bloc E en F herhaald.


Slide 3 - Diapositive

SO:

- faites le contrôle.
- notes ton nom + ta classe.
- temps: 25 minutes.
- questions? Posez-les!
- prêt? Lisez p. 74/75. 
Au travail:

- apprenez pour le contrôle, ou lisez p. 74/75.
- temps: 25 minutes.
- questions? Posez-les dans le 'chat'. 
- prêt? Lisez p. 74/75.

Slide 4 - Diapositive

Le programme:

* SO / au travail
* Expliquer bloc H
* Répéter les mots de bloc E et F
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je geleerd voor het SO.
* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.
* heb je de woorden van bloc E en F herhaald.


Slide 5 - Diapositive

Bloc H (p. 74)
- Ex. 29a: wat betekent de titel en waar gaan de mensen naartoe?
- Aantekening maken van het werkwoord 'aller'

Slide 6 - Diapositive

Het werkwoord aller
  • aller = gaan. Het werkwoord is onregelmatig (ook al eindigt het op ER).
je vais = ik ga
tu vas = jij gaat
il/elle/on va = hij/zij/wij gaat/gaan
nous allons = wij gaan
vous allez = jullie gaan/u gaat
ils/elles vont = zij gaan 

Slide 7 - Diapositive

Bloc H (p. 74)
- Ex. 29a: wat betekent de titel en waar gaan de mensen naartoe? 
- Aantekening maken van het werkwoord 'aller'
- Ex. 29c: liedje beluisteren, onderstreep de vormen van aller (of markeer ze).
- Faites: ex. 29d (welke vorm hoort er te staan?) et ex. 29e (welk onderwerp en werkwoord hoort er te staan?).

Slide 8 - Diapositive

Le programme:

* SO / au travail
* Expliquer bloc H
* Répéter les mots de bloc E et F
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het SO gemaakt / heb je geleerd voor het SO.
* heb je het werkwoord aller bekeken en er een paar opdrachten van gemaakt.
* heb je de woorden van bloc E en F herhaald.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

La fin
- Qu'est-ce qu'on a appris cette semaine?
- SO: cijfers deze week op Magister

Les devoirs
Faire: ex. 29de.
Apprendre: bloc E et F.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive