Cette leçon contient 40 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
RAAM
Slide 2 - Diapositive
Aujourd'hui, c'est le lundi 16 mei
Bienvenue au cours de français!
Slide 3 - Diapositive
AUJOURD'HUI Vandaag
Iedereen stil, zodat we kunnen beginnen!
on écoute: de weg vragen en uitleg krijgen APP 4
contrôle des devoirs (huiswerkcheck) APP 4
nakijken oefeningen 9 en 10 p. 126
Bij verstoring: 1 x waarschuwen, 2e keer eruit.
Slide 4 - Diapositive
Livre p. 127 Exercice 11 A et B (NIET C!)
Boek
Luister naar het alphabet in het Frans.
Onderstreep in het alfabet de letters die anders worden uitgesproken dan in het Nederlands.
Slide 5 - Diapositive
Livre p. 127 On corrige Exercice 11 A et B (NIET C!)
Boek
6 letters/ 6 lettres e, g, h, j, w, y
we oefenen de uitspraak van deze 6 letters.
Slide 6 - Diapositive
Livre p. 127-128 Exercice 12 / 1-2 en Exercice 13 /1-3
Boek
Lees de vragen.
Je luistert naar dialoog 1.
Je antwoordt de vragen.
Slide 7 - Diapositive
thiememeulenhoff.bbvms.com
Slide 8 - Lien
Livre p. 127-128 On corrige l'exercice 12 / 1-2
Boek
1 De vrouw vraagt de weg.
2 Ja, want als de vrouw de beschrijving herhaalt, klopt het.
Slide 9 - Diapositive
Livre p. 127-128 On corrige l'exercice 13 /1-3
Boek
1 B
2 B
3 B
Slide 10 - Diapositive
Livre p. 127-128 Exercice 12 / 3-4 en Exercice 13 /4-6
Boek
Lees de vragen.
Je luistert naar dialoog 2.
Je antwoordt de vragen.
Slide 11 - Diapositive
thiememeulenhoff.bbvms.com
Slide 12 - Lien
Livre p. 127-128 On corrige l'exercice 12 / 3-4
Boek
3 Aurélie vraagt waar Clémence precies woont.
4 Clémence beschrijft haar eigen kamer.
Slide 13 - Diapositive
Livre p. 127-128 On corrige l'exercice 13 / 4-6
Boek
4 a vrai j’habite tout près d’ici
b faux en face du parc
c faux appartement, au troisième étage
5 Haar kamer heeft uitzicht op het park. Haar kamer is groot en al haar meubels zijn wit. Ze heeft een blauwe muur met heel veel posters. Ze heeft een eigen kamer.
6 ne pas = niet
Slide 14 - Diapositive
Livre p. 128 On fait l'exercice 14
Boek
Slide 15 - Diapositive
thiememeulenhoff.bbvms.com
Slide 16 - Lien
Livre p. 128 On corrige l'exercice 14
Boek
A
1 + d
2 + f
3 + e
4 + a
Slide 17 - Diapositive
Livre p. 128 On corrige l'exercice 14
Boek
Slide 18 - Diapositive
On corrige l'exercice 9 p. 126
A
Voorbeelduitwerking:
à gauche, à droite, tout droit, continuer, le carrefour, le rond-point, les feux, chercher
Slide 19 - Diapositive
Contrôle des devoirs APP4
Huiswerk check
Slide 20 - Diapositive
On corrige l'exercice 9 p. 126
B
De vrouw zoekt la cathédrale Saint-Maurice.
Slide 21 - Diapositive
On corrige l'exercice 10 p. 127
Horizontalement
1 cinéma
3 propre
6 boulangerie
7 après
8 beau
Verticalement
1 carrefour
2 droite
4 troisième
5 bleu
Slide 22 - Diapositive
Livre p. 126-127 Tu fais les exercices 8E p. 125
Boek
Iedereen aan het werk in stilte.
timer
8:00
Slide 23 - Diapositive
Les devoirs pour mercredi 8 mai
Huiswerk voor woensdag
1) HERHAAL U4 APP 4 p. 142
2) LEER de uitspraak van het Franse alfabet. Vooral de uitspraak van de 6 letters die anders uitgesproken worden dan in het Nederlands.
2) Oefeningen 8G p. 150 maken
Slide 24 - Diapositive
Livre p. 120-122 Tu fais l' exercice 6 /1-11
Boek
Snel klaar? Lees de tekst p. 146
timer
10:00
Slide 25 - Diapositive
Livre p. 120-122 Tu fais l' exercice 6 /1-11
Boek
Snel klaar? Maak oefening 8E p. 125
timer
10:00
Slide 26 - Diapositive
Livre p. 120 On corrige l'exercice 5
Boek
1
a in het centrum van Parijs
b aan het strand
2
centre-ville, Paris, grande ville, magasins tout près
la plage, la mer, faire du surf, été
Slide 27 - Diapositive
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6 1-3
Boek
1 a habiter = wonen
b vivre
2 a faux J'habite au centre de Paris. J'adore ça!
b vrai Les magasins sont tout près.
c faux Pour moi, la campagne est trop calme.
3 C J'habite au premier ètage. Ma grand-mère habite dans le même immeuble, au deuxième étage.
Slide 28 - Diapositive
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
4 a tegenover
b op de hoek van
5 a C
b parce que = omdat
6 A, Plus tard, je veux habiter dans un petit village ou à la campagne.
6D, J'habite au-dessus du restaurant, au premier étage.
6De school is ver, Mon collège est loin.
6de zee is haar tuin. La mer, c'est notre jardin!
Slide 29 - Diapositive
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
7 1 De zee is haar tuin. C'est logique: la mer, c'est notre jardin!
7 2 Ze gaan surfen en interessante dingen zoeken op het strand. Nous allons faire de surf et nous cherchons des choses intéressantes sur la plage.
8 antwoord Nee, dat wil ze niet. Non je ne veux pas.
reden Ze houdt niet van verkeer en het geluid in de stad. Je n'aime pas la circulation et le bruit.
Slide 30 - Diapositive
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
9 a school dichtbij / ver weg
gaat lopend naar school / gaat met de bus naar school
druk / rustig
in de stad / aan het strand
wonen in een flat / boven een restaurant
in Parijs / in het zuidwesten
b Ze wonen allebei op de eerste verdieping.
Slide 31 - Diapositive
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
10 a het platteland
b calme, la nature
11 a je vais à pied
nous allons faire du surf
b je vais
nous allons
Slide 32 - Diapositive
Livre p. 120-122 On corrige l'exercice 6
Boek
12 a een nieuw groot winkelcentrum in Parijs
b winkelen, uit eten, terrasje pakken
c Près de mon collège, il y a un nouveau centre de shopping, il est énorme ! (regel 7-9/ Maël)
13 Nee, want de restaurants sluiten op zondag om 20.00 uur, dus 20.30 uur is dan te laat.
Slide 33 - Diapositive
Les mots de APP 1
Slide 34 - Diapositive
Les mots de APP 2
Slide 35 - Diapositive
Réponds à la question
Slide 36 - Diapositive
Faire des paires avec APP 2 p. 141
Paren maken met
Snel klaar? Maak oefening 6/4-11 p. 120-122
timer
5:00
Slide 37 - Diapositive
Maandag : burgerschap
Gesprek met lid van Tweede Kamer tijdens Franse les
welke vraag wil je graag aan het lid van de Tweede kamer stellen?
Schrijf je vraag op.
timer
5:00
Slide 38 - Diapositive
Hoe zeg je deze woorden in het Frans?
Schrijf de Franse vertaling in je schrift:
dol zijn op
een hekel hebben aan
houden van
liever hebben
maak een zin met : "Peter déteste .........(wiskunde)"
Peter déteste les maths.
Snel klaar? Herhaal de woorden t.b.v. de repetitie.