TL-2 - 8.1: Het werkt

Hoofdstuk 8
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 8

Slide 1 - Diapositive

Toets inhalen
Lokaal: 214 
Maandag 21/10/202 (8E/9E uur)
Geld voor:
2a: Roos Anders
2b: Abdulilah


Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt
8.1 Het werkt 
8.2 Je ademt 
8.3 Je bloed vervoert
8.4 Je bloedsomloop

Slide 3 - Diapositive

Planning
Voorkennisquiz
Theorie en opdrachten 8.1
Quiz 8.1
Video

Slide 4 - Diapositive

Quiz 

Wat weten jullie al van dit hoofdstuk?

Slide 5 - Diapositive

Dit bestaat uit de organen luchtpijp, bronchiën en longen en heeft als functie zuurstof opnemen uit de lucht en koolstofdioxide afgeven aan de lucht
A
Luchtstelsel
B
Ademhalingsstelsel
C
Zuurstofstelsel
D
Ademhaalsysteem

Slide 6 - Quiz

De belangrijkste energierijke voedingsstof voor de verbranding is:
A
Vet
B
Glucose
C
Zuurstof
D
CO2

Slide 7 - Quiz

Bevat het DNA en regelt alles wat in de cel gebeurt
A
Celmembraan
B
Chromosoom
C
Vacuole
D
Celkern

Slide 8 - Quiz

De afscheiding tussen je buikholte en je borstholte
A
Middenrif
B
Borstkas
C
Dunne darm
D
Fragmadia

Slide 9 - Quiz

Grootste slagader; voert zuurstofrijk bloed vanuit de linkerkamer in de richting van alle organen, behalve de longen
A
Longslagader
B
Leverslagader
C
Aorta
D
Poortader

Slide 10 - Quiz

Bloedvaten die het bloed van de organen terugvoeren naar het hart
A
Vaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Slangen

Slide 11 - Quiz

8.2: Het werkt

Slide 12 - Diapositive

Hoe werkt je lichaam?
  • Organen: zijn delen van het
    lichaam met een bepaalde taak.

  • Romp: lichaam zonder hoofd,
    armen en benen. Bestaat uit:
    - Borstholte
    - Buikholte

Slide 13 - Diapositive

Organen zijn opgebouwd uit cellen
Cellen zijn de kleinste ''bouwsteentjes'' van je lichaam

Slide 14 - Diapositive

Wat moet er op het vraagteken staan?
A: Celwand
B: Celvlies
C: Celmembraan
D: Celkernmembraan
?

Slide 15 - Diapositive

Wat moet er op het vraagteken staan?
A: Celwand
B: Celvlies
C: Celmembraan
D: Celkernmembraan

Slide 16 - Diapositive

Orgaanstelsel
Alle organen die 
samenwerken aan 
een taak


Slide 17 - Diapositive

Orgaanstelsel werken samen

Slide 18 - Diapositive

Kijkvraag bij video
Schrijf per orgaanstelsel de functie op

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Maken 8.1
Opdracht 1 t/m 6 (p. 71)

Slide 21 - Diapositive

Spieren hebben nodig:
Glucose en Zuurstof

voor: verbranding

Slide 22 - Diapositive

Verbranding
Formule:

Slide 23 - Diapositive

Verbranding
Motor
Glucose (brandstof)
Zuurstof(brandstof)
Koolstofdioxide
(uitlaatgas)
Water
(uitlaatgas)
Energie

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Uitscheidingsorganen
  • Voeren afvalstoffen verbranding af
  • Verwijderen van afvalstoffen uit bloed = uitscheiding 
  • Water: plassen, zweten, ademen

Slide 28 - Diapositive

Verbranding
Motor
Glucose (brandstof)
Zuurstof(brandstof)
Koolstofdioxide
(uitlaatgas)
Water
(uitlaatgas)
Energie

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Maken 8.1
Opdracht 8 t/m 14 (p. 76)

Huiswerk: 1 t/m 14

Slide 31 - Diapositive

Welk orgaan verdeelt je romp in een borstholte en een buikholte
A
Middenrif
B
Fragmadia
C
Buikwand
D
Longwand

Slide 32 - Quiz

Hoe werkt je lichaam?
  • Organen: zijn delen van het
    lichaam met een bepaalde taak.

  • Romp: lichaam zonder hoofd,
    armen en benen. Bestaat uit:
    - Borstholte
    - Buikholte

Slide 33 - Diapositive

Welk begrip verwijst naar alle organen die samen een functie vervullen?
A
orgaanstelsel
B
celmembraan
C
spierweefsel
D
hormoonsysteem

Slide 34 - Quiz

Noem 3 orgaanstelsels

Slide 35 - Question ouverte

Welke twee stoffen heb je nodig bij verbranding?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en zuurstof
C
Koolstofdioxide en water
D
Koolstofdioxide en glucose

Slide 36 - Quiz

Welke twee stoffen afvalstoffen blijven over na de verbranding?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en zuurstof
C
Koolstofdioxide en water
D
Koolstofdioxide en glucose

Slide 37 - Quiz

Welke organen horen bij het bloedvatenstelsel?

Slide 38 - Question ouverte

Koolstofdioxide verlaat het lichaam door.......
A
Te zweten
B
Door te plassen
C
Door uit te ademen

Slide 39 - Quiz

Water raak je door middel van drie organen kwijt. Welke hoort er niet bij
A
Longen
B
Huid
C
Nieren
D
Spieren

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Vidéo