4. Los verbos AR, ER, IR

¡EVALUACIÓN!
  • Je maakt het SO met pen
  • Er ligt alleen een pen (Tipp-Ex/markers) op je tafel
  • Schrijf eerst je naam en achternaam op. 
  • Zet 'm op jullie kunnen het! 

Klaar? 
Controleer of je alle vragen en je naam hebt ingevuld. 
Je mag nu werken aan een ander vak. 
(niet op je iPad)
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

¡EVALUACIÓN!
  • Je maakt het SO met pen
  • Er ligt alleen een pen (Tipp-Ex/markers) op je tafel
  • Schrijf eerst je naam en achternaam op. 
  • Zet 'm op jullie kunnen het! 

Klaar? 
Controleer of je alle vragen en je naam hebt ingevuld. 
Je mag nu werken aan een ander vak. 
(niet op je iPad)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Hoy en la clase de español
  • La planificación 
  • Explicación de los verbos 
  • ¡A practicar! 
  •  Vamos a hablar
Leerdoel van deze les:
Ik weet de vervoegingen van de regelmatige werkwoorden op -ar, -er, -ir.

Slide 4 - Diapositive

Planificación


Noteer allemaal in je agenda:

woensdag 2 februari
SO Spaans grammatica en woordenschat tarea 1

Slide 5 - Diapositive

Los verbos
Werkwoorden eindigen in het Spaans altijd op: 
AR
ER
IR
De AR werkwoorden kende je al. Deze heb je in de vorige periode geleerd. 
Nu gaan we daar de werkwoorden die eindigen op ER en IR aan toe voegen.

Slide 6 - Diapositive

Weet je het nog?

Slide 7 - Diapositive

Weet je het nog?
-as
-a
-áis
-an
nosotros
ellos/ellas/ustedes

Slide 8 - Diapositive

Werkwoorden ER / IR
De werkwoorden die eindigen op ER en IR werken precies hetzelfde!
Het verschil is dat zij andere uitgangen hebben. 


-  ER
- IR
ik
yo
O
O
jij
ES
ES
hij / zij / u
él / ella/ usted
E
E
wij
nosotros
EMOS
IMOS
jullie
vosotros
ÉIS
ÍS
zij / u (meervoud)
ellos / ellas/ ustedes
EN
EN

Slide 9 - Diapositive

Stappenplan
het vervoegen van werkwoorden

Voorbeeld: Nosotros __________ (comer) paella.

1. Haal AR, ER of IR van het werkwoord af. Je houdt de stam over: com
2. Om welke persoon gaat het in de zin? Nosotros
3. Kijk welke uitgang er bij nosotros hoort: emos
4. Plak de stam en uitgang aan elkaar: comemos (= wij eten)
Let goed op dat je in het juiste rijtje kijkt! Eindigt je hele werkwoord op AR, ER of IR?

Slide 10 - Diapositive

Unos ejemplos:
comer, él
1. _____________
escribir, yo
2. _____________
estudiar, ellos
3. _____________

Slide 11 - Diapositive


Wat niet af is rond je thuis af als huiswerk. 
Tijd om te oefenen!
Maak de opdrachten in de schrift
¡A practicar!

Slide 12 - Diapositive

Los verbos
Heb je de uitleg nog niet helemaal goed begrepen? 

Bekijk dan dit filmpje om nog een keer te luisteren naar de uitleg. 

Snap je het?
Maak dan de opdrachten op de volgende pagina! 

Slide 13 - Diapositive

Werkwoorden schema
Neem onderstaand schema over in je schrift. 
Je kan het gebruiken als hulpsteuntje bij de volgende opdrachten. 
- AR
-  ER
- IR
ik
yo
O
O
O
jij
AS
ES
ES
hij/ zij/ uw
él / ella/ usted
A
E
E
wij
nosotros
AMOS
EMOS
IMOS
jullie
vosotros
ÁIS
ÉIS
ÍS
zij/ u (meervoud)
ellos / ellas/ ustedes
AN
EN
EN

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Stappenplan
werkwoorden vervoegen
Haal AR/ER/IR weg
Je hebt nu de stam
Zoek het persoonlijk voornaamwoord.
Welke uitgang hoort erbij? (zie schema)
Plak de stam en de uitgang aan elkaar!
1.
2.
3.
4.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Het onderwerp

Slide 18 - Diapositive

Las respuestas 3.3

Slide 19 - Diapositive

¡A practicar!
deze website kan je gebruiken om werkwoorden te overhoren
1. Klik HIER.
2. Vul hier de volgende werkwoorden in:
  • hablar
  • escuchar
  • comer
  • leer
  • vivir
  • escribir
3. Vul hier presente in. 
4. Klik op start oefening.
5. Oefen minimaal 10 minuten met het vervoegen van de werkwoorden.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive