3. De regelmatige werkwoorden

Los verbos
Werkwoorden eindigen in het Spaans altijd op: 
AR
ER
IR
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Los verbos
Werkwoorden eindigen in het Spaans altijd op: 
AR
ER
IR

Slide 1 - Diapositive

Maak het schema compleet

Slide 2 - Diapositive

Las respuestas
-as
-a
-áis
-an
nosotros
ellos/ellas/ustedes

Slide 3 - Diapositive

Werkwoorden ER / IR
De werkwoorden die eindigen op ER en IR werken precies hetzelfde!
Het verschil is dat zij andere uitgangen hebben. 


-  ER
- IR
ik
yo
O
O
jij
ES
ES
hij / zij / u
él / ella/ usted
E
E
wij
nosotros
EMOS
IMOS
jullie
vosotros
ÉIS
ÍS
zij / u (meervoud)
ellos / ellas/ ustedes
EN
EN

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan
het vervoegen van werkwoorden

Voorbeeld: Nosotros __________ (comer) paella.

1. Haal AR, ER of IR van het werkwoord af. Je houdt de stam over: com
2. Om welke persoon gaat het in de zin? Nosotros
3. Kijk welke uitgang er bij nosotros hoort: emos
4. Plak de stam en uitgang aan elkaar: comemos (= wij eten)
Let goed op dat je in het juiste rijtje kijkt! Eindigt je hele werkwoord op AR, ER of IR?

Slide 5 - Diapositive

Vul het juiste antwoord in
comer, él
1. _____________
escribir, yo
2. _____________
estudiar, ellos
3. _____________

Slide 6 - Diapositive

Las respuestas
comer, él
1. come
escribir, yo
2. escribo
estudiar, ellos
3. estudian

Slide 7 - Diapositive

Vind je het lastig, 
vraag je vakdocent gerust om extra hulp.
Tijd om te oefenen!
Maak de opdrachten in de schrift
¡A practicar!

Slide 8 - Diapositive

Los verbos
Heb je de uitleg nog niet helemaal goed begrepen? 

Bekijk dan dit filmpje om nog een keer te luisteren naar de uitleg. 

Snap je het?
Maak dan de opdrachten op de volgende pagina! 

Slide 9 - Diapositive

Werkwoorden schema
Neem onderstaand schema over in je schrift. 
Je kan het gebruiken als hulpsteuntje bij de volgende opdrachten. 
- AR
-  ER
- IR
ik
yo
O
O
O
jij
AS
ES
ES
hij/ zij/ uw
él / ella/ usted
A
E
E
wij
nosotros
AMOS
EMOS
IMOS
jullie
vosotros
ÁIS
ÉIS
ÍS
zij/ u (meervoud)
ellos / ellas/ ustedes
AN
EN
EN

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Beantwoord de vragen in je schrift
1. Wat doe je als eerste wanneer je een werkwoord gaat vervoegen?
2. En wat is je tweede stap?
3. Wanneer gebruik je nosotras, vosotras en ellas?
4. Waarom worden de persoonlijke voornaamwoorden vaak weggelaten in het Spaans?
5. Alle regelmatige werkwoorden die eindigen op -ar worden op dezelfde manier vervoegd. Vervoeg nu zelf de volgende werkwoorden in je schrift:
  • hablar (praten)
  • estudiar (studeren)
  • caminar (wandelen)
  • cantar (zingen) 
  • bailar (dansen)


Slide 12 - Diapositive

Las respuestas
1. AR, ER of IR haal je van het hele werkwoord af.
2. Je plakt er de juiste uitgang achter.
3. Als het om een groep meisjes gaat. 
4. Omdat je aan de uitgang van het werkwoord al kan zien over wie je het hebt. 
5. 
  • hablar (praten) hablo, hablas, habla, hablamos, habláis, hablan
  • estudiar (studeren) estudio, estudias, estudia, estudiamos, estudiáis, estudian
  • caminar (wandelen) camino, caminas, camina, caminamos, camináis, caminan
  • cantar (zingen)  canto, cantas, canta, cantamos, cantáis, cantan
  • bailar (dansen) bailo, bailas, baila, bailamos, bailáis, bailan


Slide 13 - Diapositive

Stappenplan
werkwoorden vervoegen
Haal AR/ER/IR weg
Je hebt nu de stam
Zoek het persoonlijk voornaamwoord.
Welke uitgang hoort erbij? (zie schema)
Plak de stam en de uitgang aan elkaar!
1.
2.
3.
4.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Het onderwerp

Slide 16 - Diapositive

Las respuestas 3.3

Slide 17 - Diapositive

Extra oefenen 
1. Klik HIER.
2. Vul hier de volgende werkwoorden in:
  • hablar
  • escuchar
  • comer
  • leer
  • vivir
  • escribir
3. Vul hier presente in. 
4. Klik op start oefening.
5. Oefen minimaal 10 minuten met het vervoegen van de werkwoorden.

Slide 18 - Diapositive

Woordjes leren
Start met het leren van de veel voorkomende werkwoorden.
(Zie woordenlijst)

Slide 19 - Diapositive