Egypte, een machtige staat

Egypte, een machtige staat
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Egypte, een machtige staat

Slide 1 - Diapositive

Nakijken 8 t/m 13.
Bladzijden 32 & 33.

Slide 2 - Diapositive

Vraag 8.
Leg uit dat de Nijl ook belangrijk was voor Egyptische handelaren.
  1. Bijvoorbeeld: handelaren vervoerden handelswaar per boot over de Nijl. Dat was gemakkelijker dan reizen over land.
  2. Of: door de Nijl kon specialisatie ontstaan en daardoor ook handel.

Slide 3 - Diapositive

Vraag 9:
Leg uit dat voedseloverschotten en handel belangrijk waren voor het ontstaan van Steden.
  1. Bestuurders en handwerkslieden die in de stad woonden, verbouwden zelf geen voedsel. Zij moesten met behulp van handel aan voedsel komen.

Slide 4 - Diapositive

Vraag 10 A:
A. Plaats de bevolkingsgroep met het minste aanzien onderin de piramide. Plaats ook de 
andere bevolkingsgroepen op de juiste plek in de piramide.

Slide 5 - Diapositive

Vraag 10 B.
B. Leg uit welke sociale laag in jouw ogen het belangrijkst was voor de welvaart van Egypte.
  1. Bijvoorbeeld: De boeren, want zij zorgden ervoor dat iedereen te eten had.

Slide 6 - Diapositive

Vraag 11 & 12.
11
Gebruik bron 3. Bij welke sociale laag horen de mensen die je ziet? Leg je antwoord uit.
  1. Bij de laag van handwerkslieden, want je ziet timmermannen in hun werkplaats.
12 
  • Gebruik bron 4. De bron laat zien dat er in het oude Egypte specialisatie was én dat er grote
  • sociale verschillen waren.
  • a Leg uit hoe je kunt zien dat er in Egypte specialisatie was.
  • Zo’n sieraad kon alleen gemaakt worden door vakkundige goudsmeden.
  • b Leg uit hoe je kunt zien dat er in Egypte grote sociale verschillen waren.
  • Uit het sieraad kun je afleiden dat sommige Egyptenaren zeer rijk waren / hun rijkdom graag
    wilden tonen.

Slide 7 - Diapositive

Vraag 13:
13
In de leertekst heb je gelezen dat pas na de uitvinding van de irrigatielandbouw zo veel voedsel
beschikbaar kwam, dat sommige mensen zich konden specialiseren in nijverheid of handel.
Om welke twee redenen zul je onder jagers-verzamelaars geen gespecialiseerde
handwerkslieden of handelaren aantreffen?
  1. [ ] A Jagers-verzamelaars hadden geen behoefte aan veel spullen.
  2. [ ] B Jagers-verzamelaars hadden voor nijverheid veel te weinig tijd: iedereen was constant op zoek naar voedsel.
  3. [ ] C Jagers-verzamelaars kenden geen taakverdeling binnen de groep.
  4. [ ] D Jagers-verzamelaars leefden in veel te kleine groepen voor zoveel specialisatie.
  5. [ ] E Jagers-verzamelaars waren nog niet slim genoeg om te werken in handel of nijverheid.

Slide 8 - Diapositive

Eenwording van Egypte.
De verandering van een samenleving.

Slide 9 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van deze les kunnen jullie uitleggen hoe het bestuur van Egypte in elkaar zat.
Jullie kunnen vertellen welke rol religie speelde in het oude Egypte.

Slide 10 - Diapositive

De Farao
De Farao was:
  • Legeraanvoerder
  • Hoogste priester
  • Hoogste rechter

Slide 11 - Diapositive

De Farao
  • Bestuur was nodig om de irrigatielandbouw te regelen.
  • Eerst waren dit dorpsleiders en later koningen van opper en neder Egypte, maar rond 3100 v.Chr werd dit een Farao.
  • Egyptenaren zagen de Farao als een god en betaalden hem een deel van hun oogst als belasting.

Slide 12 - Diapositive

Rijk en arm
  • De Farao kon niet alles alleen en dus stelde hij ambtenaren aan. 

Slide 13 - Diapositive

Rijk en arm
  • Verschillen in rijkdom hadden te maken met de                 hoeveelheid grond of vee die iemand had, met nieuwe beroepen en met bestuur
  • Groepen die verschillen in rijkdom, macht en aanzien worden verschillende sociale lagen genoemd
  • Vrouwen mochten geen ambtenaar of schrijver worden

Slide 14 - Diapositive

Rijk en arm
  • Belasting werd gevraagd in de vorm van graan. Wanneer er een slechte oogst was kon de bevolking van Egypte toch gevoed worden met dit graan

Slide 15 - Diapositive

Egyptische godsdienst
  • De Egyptenaren aanbaden meerdere goden: ze waren polytheïstisch

  • Poly = meerdere, theos = god
  • De Egyptenaren waren erg afhankelijk van de natuur, bv. de Nijl

  • Ze vereerden de natuur = natuurgodsdienst
  • Goden verklaarden alle mysterieuze natuurverschijnselen
  • Veel Egyptische goden waren dieren

Slide 16 - Diapositive

 farao -->God
De Egyptenaren geloofden dat de farao de aardse verschijning van de god Horus was. Hoog in de lucht zou Horus eruit zien als een valk, maar op aarde nam hij de gedaante aan van de farao.


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Uitvoering van het geloof.
- Priesters 
- Tempels
- Offeren.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Aan het werk!
Opdracht

Slide 22 - Diapositive

Wat zijn ambtenaren?
A
Mensen die konden schrijven en zaken van de staat bijhielden
B
Mensen die op het land werkten
C
Handwerklieden die de meeste macht hadden
D
Goden

Slide 23 - Quiz

Welk geloof hebben de oude Egyptenaren?
A
Monotheïsme
B
christendom
C
Jodendom
D
Polytheïsme

Slide 24 - Quiz

Wat was de Farao niet?
A
Hij was de legeraanvoerder
B
Hij was de hoogste priester
C
Hij was de hoogste rechter
D
Hij was de baas van de goden.

Slide 25 - Quiz