Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom 1G
boeken op de tafel
telefoon weg
tassen op de grond
Slide 1 - Diapositive
Welkom 1G
boeken op de tafel
telefoon weg
tassen op de grond
Slide 2 - Diapositive
Heupgewricht
Bij sommige botten zitten er stevige kapselbanden om het gewricht heen.
Helpt de botten op hun plaats houden.
Slide 3 - Diapositive
Heupgewricht
Gewricht verbinding tussen twee botten.
Gewrichtskogel en een gewrichtskom.
Kraakbeenlaagjezorgt ervoor dat botten soepel kunnen bewegen
Slide 4 - Diapositive
Het heupgewricht is een
A
kogelgewricht
B
Scharniergewricht
Slide 5 - Quiz
wat is de functie van een kraakbeenlaagje
A
Ze gaan slijtage tegen
B
Houden het gewricht op zijn plaats
C
Ze maken de botten buigzamer
D
Ze maken de botten stevig
Slide 6 - Quiz
Waar zorgen de kapselbanden voor? De kapselbanden zorgen ervoor dat...
A
het gewricht minder snel slijt
B
het gewricht soepel kan bewegen
C
de botten in het gewricht op hun plek blijven
Slide 7 - Quiz
leerdoelen basisstof 4
1. Je kunt de werking van spieren beschrijven
2. Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen.
Slide 8 - Diapositive
Spierstelsel
Spieren
Spierstelsel
Slide 9 - Diapositive
Het spierstelsel
Spierstelsel = orgaanstelsel
Maakt beweging mogelijk
Zit net onder je huid
Ook in je organen zitten spieren
Slide 10 - Diapositive
Pezen
Je spieren zitten vast aan je botten door pezen.
Dit heet aanhechtingsplaats
Slide 11 - Diapositive
Pezen kunnen zich samentrekken
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Wat is de werking van de pezen?
A
stevig bindweefsel om een spier
B
meerdere spiercellen samengebundeld
C
bevestigen een spier aan een bot
D
meerdere spiervezels samen
Slide 13 - Quiz
Een spier kan zich samentrekken, maar een pees niet.
Als een spier zich samentrekt, wordt hij korter en dikker. Daardoor trekt de spier aan de botten waar hij aan vastzit. De spier trekt de botten naar elkaar toe. Zo ontstaat een beweging.
In afbeelding 2 zie je dit bij de kuitspier. Als de kuitspier samentrekt, gaat het hielbeen omhoog
Slide 14 - Diapositive
Wat doe je met je spieren?
Bewegen van je lichaam
Bijvoorbeeld: lachen, praten, lopen, buigen en strekken
De armstrekspier werkt de armbuigspier tegen. Dit is de antagonist.
Biceps + triceps = antagonistisch paar.
Waar zitten de antagonisten in je onderbeen?
Slide 17 - Diapositive
Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker
Slide 18 - Quiz
Wat zijn GEEN antagonisten?
A
Rugspier en buikspier
B
Biceps en triceps
C
Scheenbeenspier en kuitspier
D
Kuitspier en bovenbeenspier
Slide 19 - Quiz
Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar
D
Een moeilijk woord
Slide 20 - Quiz
Als je een spier ontspant, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker
Slide 21 - Quiz
Orgaanspieren
Naast skeletspieren zijn er ook orgaanspieren. Orgaanspieren bewegen zonder dat wij dit door hebben. Zo hebben we spieren in de slokdarm, maag en darmen. Maar ons hart is ook een orgaanspier. En in de huid hebben we een spiertje aan elk haartje.
Dit kan je zien als je het koud hebt. Dan trekken deze
spiertjes samen en heb je kippenvel!
Slide 22 - Diapositive
Orgaanspieren (onbewuste spierbewegingen)
De orgaanspieren zorgen voor bewegingen zonder dat je je daar bewust van bent.
Bijvoorbeeld in de huid, baarmoeder, maag en darmen
Daarnaast is er natuurlijk ook de hartspier
Slide 23 - Diapositive
Wat is GEEN orgaanspier?
A
Hartspier
B
Darmspier
C
Buikspier
D
Maagspier
Slide 24 - Quiz
Wat is er anders aan orgaanspieren ten opzichte van de skeletspieren?
A
bewegen alleen als je eraan denkt.
B
Je kan ze makkelijk aansturen.
C
bewegen zonder dat je je er bewust van ben.
Slide 25 - Quiz
Basisstof 5
wervelkolom
Slide 26 - Diapositive
Wervelkolom
Je wervelkolom bestaat uit een 'dubbele S-vorm'
Voor het veren van de wervelkolom
Voorkomt hoofdpijn
Slide 27 - Diapositive
De wervelkolom
Schedel wordt gedragen door de wervelkolom:
Halswervels (rood)
Borstwervels (geel)
Lendewervels (blauw)
Steunen op heiligbeen en staartbeen (= stuitje)
Slide 28 - Diapositive
wervelkolom
Wervelkolom
Slide 29 - Diapositive
Zenuwbanen lopen door de wervelkolom.
Kraakbeenschijven zorgen voor de beweging van de rug
Hernia is het bekneld raken van een zenuw.
wervelkolom
Slide 30 - Diapositive
Tussenwervelschijven
De tussenwervelschijven
- schokbrekers
- buigen van wervelkolom mogelijk
- geleiachtige kern omgeven door kraakbeen -> veerkracht!
Slide 31 - Diapositive
Goed zitten
Slide 32 - Diapositive
Goed zitten, goed voor je rug
Slide 33 - Diapositive
Goed zitten
Pijn
Rechte hoek
Telefoon/tablet/laptop
Kromme rug of bobbel
Slide 34 - Diapositive
Staan
'Bochel'
Scheve belasting tussenwervelschijven.
Slide 35 - Diapositive
basisstof 6 gezond bewegen
Slide 36 - Diapositive
Gezond bewegen
- Je weet dat spieren sterker worden door training.
- Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is
voor je gezondheid.
Slide 37 - Diapositive
GEZOND BEWEGEN
Slide 38 - Diapositive
Spieren trainen
Bewegen is gezond en een goede beweging/ conditie voorkomt gezondheidsklachten.
Wanneer je spieren traint worden ze groter en dikker, als je ze niet tot nauwelijks gebruikt worden ze dun en lang. Hoe lang, snel of makkelijk spieren een beweging uit kunnen houden is afhankelijk van de conditie, deze krijg je door regelmatig te bewegen en te sporten. Ook zorgt sporten/ bewegen ervoor dat je kan ontspannen en voor je mentale gezondheid. Je voelt je dan dus lekkerder.
Slide 39 - Diapositive
Uitleg Gezond bewegen(blz 36)
Spieren trainen:
Spieren worden dikker ( Geen nieuwe cellen)
Betere conditie
betere coördinatie ( samenwerking spieren)
Slide 40 - Diapositive
Spieren trainen
Door regelmatig te bewegen wordt je conditie beter. daardoor kun je gemakkelijker, langer of sneller bewegen.
Je coördinatie verbetert ook, waardoor je snelheid en nauwkeurigheid verbetert.
Slide 41 - Diapositive
Lichaamsbeweging
1.
Goed voor de gezondheid:
- Spieren trainen
- Ontspanning
- Conditie
2.
Ondersteunt de
motorische ontwikkeling:
- Coördinatie verbeteren
- Snelheid en lenigheid verbeteren
Slide 42 - Diapositive
Spieren trainen
Ongebruikte spieren worden dunner en zwakker.
Als je beweegt en sport train je je spieren en worden ze dikker en kunnen ze meer kracht uitoefenen.