Europa 5.1 t/m 5.10

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom

5 havo ECONOMIE  ||  2021-2022

Programma

• Vorige les
• Lesdoelen
• Theorie
• Aan de slag

De wisselkoers van 1 euro t.o.v. de dollar
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: $1,45
Je gaat op vakantie naar Amerika. Hoeveel dollar krijg je voor 300 euro?

1. $435
2. $231
3. $207
4. $390

Lesdoelen

Aan het einde van de les

• Uitleggen dat valutahandel een tussenschakel is tussen binnenlandse en buitenlandse markten. 
• Relatie tussen inflatie en wisselkoersverandering uitleggen. 
• Relatie tussen wisselkoersverandering en inflatie uitleggen. 
• Relatie tussen wisselkoersverandering en concurrentiepositie uitleggen. 
• Wisselkoersverandering en verandering van werkgelegenheid uitleggen. 

Voor een euro krijg je 1,37 dollar. Hoeveel euro is 25 dollar?

Wie zijn de vragers op de vermogensmarkt?

Wie zijn de aanbieders op de vermogensmarkt?

Hoort de overheid vaak tot de vragers over tot de aanbieders op de vermogensmarkt? Leg uit.

Inflatie beïnvloed de wisselkoers --> Vul de ontbrekende woorden in.

Inflatie betekent dat....

Hierdoor verbeterd/verslechterd de internationale concurrentiepositie.

Hierdoor daalt/stijgt de export en daalt/stijgt  de import.

De vraag naar de munt daalt/stijgt en het aanbod van de munt daalt/stijgt. 

De wisselkoers daalt/stijgt. 

Inflatie beïnvloed de wisselkoers

Inflatie betekent dat de prijzen van goederen en diensten over het algemeen stijgen. 

Hierdoor verslechterd de internationale concurrentiepositie.

Hierdoor daalt de export en stijgt  de import.

De vraag naar de munt daalt en het aanbod van de munt stijgt. 

De wisselkoers daalt. 

Wisselkoers beïnvloed inflatie

Als de euro apprecieert

• Import wordt goedkoper. --> Kan doorberekend worden in de prijzen. 
• Export --> concurrentiepositie wordt slechter --> de vraag daalt --> de productie daalt  --> bezettingsgraad daalt --> kans op inflatie zal afnemen. 

Leg uit wat de invloed is van depreciatie op inflatie.

De Euro belemmert

Bijvoorbeeld Griekenland

• Munt is niet door 1 land te devalueren. 
• Export blijft duur en het land kan daardoor niet uit de recessie komen.

Aan de slag

Maken H 5.2b t/m 5.10

Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen

Klaar? Nakijken

Niet af? Huiswerk!

5.8 bespreken einde van de les.