Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
De les van vandaag
Slide 1 - Diapositive
Wat heb je nodig?
schrift + pen voor het maken van aantekeningen
markeerstiften voor tijdens het lezen van een tekst
Slide 2 - Diapositive
Doelen leesvaardigheid de komende weken
Je weet welke leesmanieren (strategieën) er zijn.
Je kunt het onderwerp van een tekst bepalen
Je weet wat deelonderwerpen zijn en hoe je deze in een tekst kunt vinden.
onderwerp, deelonderwerp en leesmanieren
Slide 3 - Diapositive
Vandaag leer je:
Je weet dat er verschillende leesstrategieën en leesmanieren zijn, afhankelijk van het leesdoel.
Je kunt het onderwerp van een tekst bepalen
Je weet hoe je oriënterend moet lezen om het onderwerp van een tekst te vinden
Je kunt het allemaal vinden en nalezen in je lesboek: H1 'Lezen'
Slide 4 - Diapositive
Leesstrategieën en -houdingen
Slide 5 - Diapositive
leesdoel en -strategie
Hangt samen met je leesdoel: waarom lees je een bepaalde tekst?
Je gebruikt dan één of meerdere leesstrategieën om je leesdoel te bereiken.
De strategieën die je kiest, hangen samen met het leesdoel!
Slide 6 - Diapositive
Waarom lees ik de tekst? | Leesdoel bepalen
Waar gaat de tekst over? | Oriënteren op de tekst
Wat weet ik al over het onderwerp? | Voorkennis ophalen
Wat doe ik als ik het niet meer snap? | Herstellen
Welke vragen zie ik? | Vragen stellen
Welk plaatje past bij de tekst? | Visualiseren
Hoe vat ik samen? | Samenvatten
Wat doe ik voor/tijdens/na het lezen?
Slide 7 - Diapositive
Stap 1. Waarom lees ik de tekst? | Leesdoel bepalen
Stap 2. Waar gaat de tekst over? | Oriënteren op de tekst
Voor het lezen: stap 1 + stap 2
Schrijf dit op in je schrift.
Slide 8 - Diapositive
We beginnen met stap 1: leesdoel bepalen
Waarom ga je een tekst lezen?
Voor het lezen: stap 1
Slide 9 - Diapositive
Wat is je leesdoel als je een verhaal leest?
A
Je wilt geïnformeerd worden
B
Je wilt overtuigd worden
C
Je wilt geactiveerd worden
D
Je wilt je vermaken (ontspannen)
Slide 10 - Quiz
Wat is je leesdoel als je een krantenbericht leest?
A
Je wilt geïnformeerd worden
B
Je wilt overtuigd worden
C
Je wilt geactiveerd worden
D
Je wilt je vermaken (ontspannen)
Slide 11 - Quiz
Wat is je leesdoel als je een biologietekst leest voor een toets?
A
Je wil geïnformeerd worden
B
Je wil iets onthouden
C
Je wil overtuigd worden
D
Je wil je vermaken (ontspannen)
Slide 12 - Quiz
Wat kan een leesdoel zijn bij de eerste keer dat je een tekst in de geschiedenisles leest over het oude Egypte?
Slide 13 - Question ouverte
Nadat je je leesdoel (stap 1) hebt bepaald ga je oriënterend lezen:
Hoe dan?
je bekijkt de tekst voordat je hem echt gaat lezen. Zo ben je bezig met de leesstrategieën:voorspellen en voorkennis activeren. Leesstrategieën helpen je bij het begrijpen wat je gaat lezen.
Door oriënterend te lezen vind je het onderwerp van de tekst = waar de tekst over gaat.
Voor het lezen: stap 2. Oriënteren op de tekst
Slide 14 - Diapositive
Bekijk:
- titel
- tussenkopjes
- Inleiding: 1e alinea (soms alinea 1 + 2)
- anders gedrukte woorden
- bron (onderaan de tekst)
- afbeeldingen en bijschriften
Nu weet je waar de tekst over gaat: het onderwerp van de tekst
Hoe doe je dat oriënterend lezen dus? Schrijf op!
Slide 15 - Diapositive
Opdracht (5 min)
Lees de tekst en probeer voor jezelf in een paar woorden op te schrijven waar deze over gaat.
Gebruik de leesstrategieën die jij daarbij handig vindt.
Vergelijk daarna met je buurman/-vrouw
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Moet je de hele tekst lezen om het onderwerp van een tekst te vinden?