Place and time

English 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

English 

Slide 1 - Diapositive

What are we going to do?
Writing mistakes

Grammar – Time and place

Writing (taalblokken)


Slide 2 - Diapositive

Writing mistakes
  1. Ik altijd met hoofdletter schrijven
  2. Start iedere zin met een hoofdletter
  3. Begin met de juiste begroeting; Dear …..
  4. Geen straattaal; wanna  want to, gonna  going to
  5. Gebruik de juiste toon; formele mail = net taalgebruik

Slide 3 - Diapositive

Writing mistakes
  1. Puntsgewijs werken; zorg dat je alle punten uit de opdracht terug laat komen in je uitwerking
  2. Gebruik voornamelijk de tegenwoordige tijd
  3. Maak niet te lange zinnen
  4. Tekst nalezen om te kijken voor spelfouten
  5. Zorg voor de juiste afsluiting; yours sincerely/yours faithfully 

Slide 4 - Diapositive

Grammar - place and time
I cycle to school every day.
We left home at 8 o’clock.
He arrived at our house an hour ago.
She has lived in America since 1985.
Last year, I went to London.

What do you notice with these?





Slide 5 - Diapositive

Wat viel je op aan de vorige zinnen?

Slide 6 - Question ouverte

Zet de zin in de juiste volgorde:
I (a lot / my car / drive).

Slide 7 - Question ouverte

Zet de zin in de juiste volgorde:
James (a newspaper / buys / every day)

Slide 8 - Question ouverte

Zet de zin in de juiste volgorde:
Our family (goes / every year / to Greece)

Slide 9 - Question ouverte

Zet de zin in de juiste volgorde:
I (very much / books / like)

Slide 10 - Question ouverte

Zet de zin in de juiste volgorde:
They (to Paris / next year / want to go)

Slide 11 - Question ouverte

Zet de zin in de juiste volgorde:
My son (today / very hard / is studying)

Slide 12 - Question ouverte

Zet de zin in de juiste volgorde:
My mum (very well / doesn’t speak / English)

Slide 13 - Question ouverte

Zet de zin in de juiste volgorde:
My aunt Betty (today / in hospital / is)

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Lien

Taalblokken
Go to Taalblokken
Start working on writing

Slide 16 - Diapositive