Romeinse Begrafenisrituelen

• Latijn
• Secundair onderwijs

Romeinse Begrafenisrituelen

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie de onderdelen van een Romeinse begrafenis benoemen en het doel en de functie van de verschillende begrafenisrituelen uitleggen.

Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van de les en wat het leerdoel is.

Wat weet jij al over Romeinse begrafenisrituelen?

Introductie

Wat weten jullie al over Romeinse begrafenisrituelen?

Vraag de leerlingen naar hun voorkennis over het onderwerp.

De dood in Rome

In Rome werd de dood gezien als een overgang van het aardse leven naar het hiernamaals.

Beschrijf kort de Romeinse kijk op de dood en de betekenis hiervan voor begrafenisrituelen.

De verschillende begrafenisrituelen

Er waren verschillende begrafenisrituelen in Rome, zoals het wassen en kleden van de overledene en het houden van een rouwceremonie.

Beschrijf de verschillende begrafenisrituelen en hun functie.

De lijkstoet

De lijkstoet was een belangrijk onderdeel van de Romeinse begrafenisrituelen. Familieleden en vrienden liepen mee om de overledene naar zijn laatste rustplaats te brengen.

Leg uit wat de lijkstoet was en welke symboliek hierachter schuilgaat.

Begraven of cremeren

In Rome werd er zowel begraven als gecremeerd. Rijke Romeinen werden vaak gecremeerd, terwijl arme Romeinen werden begraven.

Leg uit wat het verschil is tussen begraven en cremeren en waarom er in Rome verschillende gebruiken waren voor rijke en arme Romeinen.

Grafmonumenten

Romeinen bouwden vaak grote grafmonumenten ter ere van de overledene. Deze monumenten waren niet alleen bedoeld als herinnering, maar ook als statussymbool.

Geef voorbeelden van bekende grafmonumenten uit het oude Rome en leg uit waarom deze monumenten zo belangrijk waren.

Conclusie

Nu weet je meer over de Romeinse begrafenisrituelen en hun functie. Begrijp je nu beter hoe de Romeinen dachten over de dood?

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de leerlingen om hun inzichten te delen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.