P4 HS 5.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welke grootheden worden gemeten?

Leerdoelen

1. R Je kunt uitleggen hoe je de weerstand van een draad bepaalt.
   
2. R Je kunt berekeningen maken met het verband tussen weerstand, spanning en stroomsterkte.

Practicum

Doel: 

• Werken met meetinstrumenten
• Werken met tabellen en grafieken
• Verbanden meten 

Practicum bespreken

Wat heb je vorige week in het practicum onderzocht?

Practicum bespreken

Welke meters heb je gebruikt?

Practicum bespreken

Welke bereik heb je gebruikt?

Practicum bespreken

Leerdoelen

Practicum

Waarnemingen

Bij een weerstand is de stroomsterkte evenredig met de spanning: de twee grootheden gaan gelijk op. 

Conclusie

Waarnemingen

Bij een

lampje is de stroomsterkte niet recht evenredig met de spanning: de twee grootheden

gaan niet gelijk op. 

Conclusie

Leerdoelen

1. T1 R Je kunt berekeningen maken met het verband tussen weerstand, spanning en stroomsterkte.
2. R Je kunt uitleggen wanneer voor een component de wet van Ohm geldt. 

Weerstand berekenen 

Je kunt de weerstand van een schakelonderdeel dus berekenen. Je deelt spanning U door de stroomsterkte I. 

R(Ω)

Instructie 

blz. 77 en 78 hoef je NIET te leren! 

Opdrachten 1 t/m 3 blz 79 was HW

Maak nu opdracht 4 blz 79  (T1 vraag)

Schakelschema tekenen

Waarom geldt de wet van Ohm niet voor de draad in een gloeilampje?

1. U en R zijn niet recht evenredig.
2. U en I zijn niet recht evenredig.
3. R en I zijn niet recht evenredig.
4. Omdat de draad warm wordt

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen