literatuurgeschiedenis: middeleeuwen deel 2

Hoe wordt het leenstelsel ook wel genoemd?
1 / 27
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoe wordt het leenstelsel ook wel genoemd?

Slide 1 - Question ouverte

Waarom hadden veel geestelijken een adellijke achtergrond?

Slide 2 - Question ouverte

Hoe kon men zien dat iemand een handlanger van de duivel was?

Slide 3 - Question ouverte

Literatuur in de middeleeuwen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Cultuur
Drie periodes:
- Vroege middeleeuwenv(500-1000)
theocentrisch en ridderlijk, alles was gericht op adel of kerk
- Hoge middeleeuwen (1000-1300)
ontstaan eerste steden, ontwikkeling burgers, start literatuurgeschiedenis
- Late middeleeuwen (1300-1500)
burgerlijk

Slide 6 - Diapositive

Literatuur en taal
Tot eind 1000 (elfde eeuw) alles in Latijn.
Latijn was de taal van de geleerden en de priesters.
Literatuur in de volkstaal werd mondeling overgeleverd.
Eind elfde eeuw werd er ook in volkstaal geschreven: start literatuurgeschiedenis! 
Pennenproef is eerste zin het net Diets (Middelnederlands)

Slide 7 - Diapositive

Literatuur was ridderlijk en theocentrisch en gericht op adel
Genres: ridderromans en heiligenlevens
Eind dertiende eeuw werd literatuur ook didactisch en gericht op burgerij.

Slide 8 - Diapositive

Literatuur was niet om te lezen maar om te luisteren.
Troubadeurs: schrijvers
Jongleurs en minstrelen: voordragers
Kenmerken: rijm, veel herhalingen, vaste combinaties, toespreken publiek

Slide 9 - Diapositive

eerste zin in de volkstaal
‘Hebban alla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu.’
Alle vogels zijn met hun nesten begonnen, behalve jij en ik. Waar wachten we op?


Slide 10 - Diapositive

Waarom zijn middeleeuwse teksten meestal op rijm?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

handschriften
codex
elk boek was met de hand geschreven, op bestelling
Miniaturen, vooral bij de initialen

Slide 13 - Diapositive

Door de mondelinge overlevering en het kopiëren
ontstaan meerdere versies van hetzelfde verhaal.
Jongleurs/minstrelen veranderden zelf het verhaal.
Monniken vergaten delen of voegden zelf stukken toe.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Ridderromans
Twee soorten: 
Karelromans
Hoofse romans of Arthurromans

Slide 16 - Diapositive

Karelromans
Ook wel vóórhoofse romans genoemd of chanson de geste.
- Spelen zich af rond Karel de Grote (epische concentratie)
-ridderidealen zijn kracht en moed
- onderwerpen hebben te maken met oorlogen en feodale trouw
- vrouw speelt ondergeschikte rol

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Hoofse roman
- ridder is een ontwikkeld en verfijnd mens
- idealen zijn hulpvaardigheid, rechtvaardigheid en hoffelijkheid
- gevechten en oorlogen zijn niet meer de belangrijkste onderwerpen, maar opkomen voor verdrukten, het redden van jonkvrouwen en het opsporen van geheimzinnige voorwerpen

Slide 19 - Diapositive

Arthurroman
- Gaat over koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel
- historische kern is onduidelijk, heeft koning Arthur echt bestaan?
- de ridders gaan bijna altijd op queeste

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Welke elementen van de Karelroman herken je in het filmpje?

Slide 26 - Question ouverte

Huiswerk
doornemen deze presentatie
lezen Karel en Elegast blz 10-21 en 28-45
maken vraag 1 t/m 3, 5, 6, 18 t/m 22 (blz 87-89)

Slide 27 - Diapositive