A2a - Sports & Passions
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Ex. 6
Parkour is een sport waarbij je ...
Parkour is een sport waarbij je ...
A
over zo hoog mogelijke gebouwen springt
B
al springend van het ene naar het andere punt gaat
Slide 4 - Quiz
Ex. 6
Vrai ou faux?
Vrai ou faux?
Slide 5 - Question ouverte
Ex. 6
Welke twee onderdelen vindt Edwin het leukst?
Welke twee onderdelen vindt Edwin het leukst?
Slide 6 - Question ouverte
Ex. 6
Waar traint Edwin graag? Welke uitdrukking maakt dat duidelijk?
Waar traint Edwin graag? Welke uitdrukking maakt dat duidelijk?
Slide 7 - Question ouverte
Ex. 6
Is 'Le Parkour' een echte sport volgens Edwin?
Is 'Le Parkour' een echte sport volgens Edwin?
Slide 8 - Question ouverte
Ex. 6
Welke drie voorzorgsmaatregelen neemt hij altijd?
Welke drie voorzorgsmaatregelen neemt hij altijd?
Slide 9 - Question ouverte
Ex. 6
Deze tekst is geschreven voor jongeren die...
Deze tekst is geschreven voor jongeren die...
A
nog nooit deze sport hebben beoefend
B
al ervaring hebben met deze sport
Slide 10 - Quiz
Ex. 6
Waar vindt je informatie over de punten a, b en c?
Waar vindt je informatie over de punten a, b en c?
Slide 11 - Question ouverte
Ex. 6
Noteer de drie vormen van 'pouvoir' in de tekst.
Noteer de drie vormen van 'pouvoir' in de tekst.
Slide 12 - Question ouverte
Je peux
Tu peux
il peut / elle peut
Nous pouvons
Vous pouvez
ils peuvent / elles peuvent
Jullie kunnen / u kunt
Zij kunnen
Hij/zij kan
Wij kunnen
Ik kan
Jij kunt
