les jaartelling/periode en tijdbalken 23 september

Introductie geschiedenis
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Introductie geschiedenis

Slide 1 - Diapositive

Planning

  • Lesdoelen
  • Uitleg 

Slide 2 - Diapositive

Leg uit hoe een tijdbalk werkt
  • Hoe ziet de tijdbalk eruit?
  • Wat staat er in de tijdbalk?
  • Waarom gebruik je een tijdbalk?
  • Waar moet je op letten bij het maken van een tijdbalk?

Slide 3 - Diapositive

Tijdbalk

Slide 4 - Carte mentale

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 5 - Diapositive

Tijdbalk 


  •  We gebruiken nu de Christelijke jaartelling
  • Jaartelling begint bij geboorte Christus, in het jaar 1.

  • De delen de tijd in Voor Christus (v.C.) en Na Christus (n.C.)

Slide 6 - Diapositive

1-Tijd indelen in Christelijke jaartelling
2-tijd indelen vijf perioden

Slide 7 - Diapositive

3- indeling in tijdvakken

Slide 8 - Diapositive

Tijdbalken maken

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 
  • Maak een tijdbalk van 15 centimeter in je schrift
  • Gebruik voor elke eeuw 1 centimeter
  • Begin 500=  vNC.  
  • Eind =  1000 n.C. 
  • Zet bij elke eeuw een streepje op de balk 
  • Zet jaar 1 op de balk 

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 
  • Zet de volgende jaartallen op de juiste plaats op de balk:
  • 350 n.C.
  • 450 v.C.
  • 870 n.C.

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 3
  • In welke eeuw is: 
  • 67 n.C
  • 134 n.C. 
  • 28 v.C.
  • 379 v.C.

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 4
  • Welk jaartal is langer geleden? 
  • 280 n.C. of 380 n.C.
  • 50 v.C. of 50 n.C.
  • 280 v.C. of 380 v.C.
  • 10 v.C. of 110 v.C.
  • 1999 n.C. of 2000 n.C. 

Slide 15 - Diapositive