4.2 smeltpunt en kookpunt

Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg par 2
- samen inoefenen
- zelfstandig werken
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg par 2
- samen inoefenen
- zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling, je kent/kunt
  1.  het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof .
  2. verschillende scheidingsmethodes benoemen.
  3. beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
  4. Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen, Je kunt
  1. stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur (Binas).
  2. het smeltpunt en kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
  3. beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.
  4. uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.
  5. uitleggen wat wordt bedoeld met ‘het kooktraject van een mengsel’. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Smeltpunt en kookpunt
Wat zijn het, hoe werkt het?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zoek in je binas de tabel waarin de kookpunten staan 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat het ook alweer?
Het deeltjesmodel?

Fasen van stoffen?

Fasen overgangen?

Luchtdruk?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deeltjesmodel
  • Alles bestaat uit moleculen
  • Moleculen bewegen altijd
  • Moleculen van 1 stof hebben een aantrekkingskracht tot elkaar.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vast, vloeibaar en gasvormig
Water komt voor in drie vormen:
  • ijs --> vast (s)                   
  • water --> vloeibaar (l)
  • waterdamp --> gas (g)

Welke fase zie je op de foto?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Faseovergangen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Atmosferisch druk
  • Wordt ook luchtdruk genoemd
  • Alle lucht die boven je is.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

druk / hoogte
moleculen / hoogte

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het smeltpunt en kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.

Slide 12 - Diapositive

Smeltpunt/stolpunt en kookpunt staan in Binas. Het zijn stofeigenschappen. 

In de vloeibare fase ontstaat er ook al waterdamp, dit is wel vele malen minder dan tijdens het koken. 

Als je een vloeistof verwarmt, zal hij bij een bepaalde temperatuur gaan koken. Je ziet dan overal in de vloeistof dampbellen ontstaan. De vloeistof verdampt dan niet alleen aan het vloeistofoppervlak zoals bij ‘gewoon’ verdampen, maar overal in de vloeistof. 

Tijdens het smelten en koken gaat alle energie (warmte) die je in de stof stopt in het smelten of verdampen van de stof. De stof wordt tijdens dit proces dus niet warmer! Hij neemt wél energie op!

Koken onder hoge druk
  • Hoogte kookpunt afhankelijk van luchtdruk. 
  • Hoe hoger de luchtdruk =>      hoe hoger het kookpunt. 
  • vormen minder gemakkelijk dampbellen als de druk groter is. 
  • Hier kun je in de keuken gebruik van maken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je bij het kookpunt ook de luchtdruk vermelden?
Hoe komt het dat je aardappelen minder snel gaar worden als je in de bergen kookt?
  • Vormt minder snel dampbellen

Wat is ongeveer de standaard druk?
  • Standaard druk is 1000 mbar

Slide 14 - Diapositive

De hoogte van het kookpunt is afhankelijk van de luchtdruk. Hoe hoger de luchtdruk, des te hoger het kookpunt. Dat komt doordat er zich minder gemakkelijk dampbellen vormen als de druk op de vloeistof groter is. Meestal wordt het kookpunt van een stof opgegeven bij een ‘standaard’ luchtdruk van 1000 mbar (100 kPa).

Dus hoe hoger je komt, hoe minder druk, hoe sneller het water kookt. 

Je aardappelen worden dan wel minder snel gaar!

‘het kooktraject" 
van een mengsel

bv. Wijn (12%)
  • mengsel heeft 2 of meer verschillende stoffen => kookpunt verschillend 

Slide 15 - Diapositive

Mengsels van vloeistoffen hebben geen kookpunt, maar een kooktraject. Het kooktraject van wijn loopt van 80 tot 100 °C (figuur 5). Als de wijn bij 80 °C begint te koken, verdwijnt de alcohol het eerst uit de vloeistof. Later, als de temperatuur in de richting van 100 °C gaat, verdampt er steeds meer water. De alcohol is dan al grotendeels uit de vloeistof verdwenen.
stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur 

Slide 16 - Diapositive

Het gas is lucht, het vloeibare witte is melk, en de vaste witte stof is suiker
Vluchtige stof, zoals benzine en spiritus
Heeft benzine een hoog of laag kookpunt?

Slide 17 - Diapositive

Sommige vloeistoffen verdampen heel snel, dit noemen we vluchtige stoffen. Benzine rekenen we hier onderandere onder. 

stoffen die je heel erg "ruikt" zijn vaak heel vluchtig. Je ziet de damp niet, maar je ruikt het wel.

Fenomeen spiritus

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 1 , 3

Zelfstandig werken: opdracht 1 t/m 7
Dit is ook het huiswerk

Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe Noem je de faseovergang waarbij een vloeibaar kaarsvet weer vast wordt?
A
Smelten
B
Stollen
C
Verdampen
D
Condenseren

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benzine is een vluchtige stof.
Welke faseovergang vindt hier plaats?
A
vast naar gas
B
gas naar vloeibaar
C
vloeibaar naar gas
D
vloeibaar naar vast

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je water in de gasvorm?
A
waterstof
B
waterdamp
C
watergas
D
koolwaterstof

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aike zegt: “Waterdamp is een gas.”
Joyce zegt: “Waterdamp bestaat uit waterdruppeltjes.”
Wie heeft gelijk?
A
Ze hebben allebei gelijk
B
Alleen Aike heeft gelijk
C
Alleen Joyce heeft gelijk
D
Ze hebben geen van beide gelijk

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kookpunt van ether is bij normale omstandigheden 35°C.
Wat is het kookpunt van ether als de luchtdruk veel hoger is dan normaal?
A
Het kookpunt is lager dan 35°C
B
Het kookpunt blijft 35°C
C
Het kookpunt is hoger dan 35°C

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke diagram laat een kooktraject zien?
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions