Les3 - H3.2 Negatieve getallen delen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Ik kan negatieve getallen vermenigvuldigen 

Rekenvolgorde bij negatieve getallen

Bespreken opgave 6

Theorie Rekenvolgorde bij negatieve getallen

controle opdracht 12

H3.2

Nakijken opdr. 2 t/m 14

Maak de opgaven 17 t/m 28

Hoe ging het? 

Wat heb je geleerd?

Maak de opgaven 17 t/m 28

H3.2

Negatieve getallen delen

Planning

- Terugblik H3.1

- Uitleg theorie A

- Zelfstandig opgaven maken

- Uitleg theorie B

- Zelfstandig opgaven maken

- Afsluiting

Terugblik

Weten we nog de rekenregels?

Terugblik

Terugblik

Doelen 3.1

We gaan leren hoe we . . . 

- een negatief getal delen met een positief getal.

- een positief getal delen met een negatief getal.

- een negatief getal delen met negatief getal.

- een deling met een deelstreep berekenen. 

Theorie A

Reken uit

50 : -5 =                                        -90 : - 10 = 

-42 : 6 =                                         10 : -2 = 

-12 : -3 =                                        21 : 7 = 

-5 : 1 =                                          -18 : -9 = 

-9 : -9 =                                         -10 : 5 = 

-56 : -7 =                                        70 : -7 = 

-9 + (-30 : 5 + 12) - 3 = 

Opgave in stilte maken

Zelfstandig werken

Opdracht:
Maak opgave 18, 20, 22 en 23

12 minuten zelfstandig in stilte.

Klaar?

Maak opgave 19

Begrijp je iets niet?

1. Lees de theorie nog eens

2. Sla de vraag over of stel aan de docent.

Theorie B

Wat betekent de streep in de breuk?

       

​−7​​21​​

Zelfstandig werken

Opdracht:
Maak opgave 24 A C E, 25, 26 en 27

20 minuten zelfstandig in stilte.

Klaar?

Maak opgave 28.

Begrijp je iets niet?

1. Lees de theorie nog eens

2. Sla de vraag over of stel aan de docent.

Opgave bespreken

Leerdoelen behaald?

- Negatief getal delen met een positief getal.

- Positief getal delen met een negatief getal.

- Negatief getal delen met negatief getal.

- Deling met een deelstreep berekenen. 

Huiswerk

Maken opgave 18, 20, 22, 23, 25, 26 en 27