Chapitre 6 3VA eerste les

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour 3VA

Bonjour 3VA

Woordvolgorde

Wat weet jij nog van de woord volgorde in het Frans? Noteer alles wat hierover in je opkomt

Woordvolgorde in het Frans

Woordvolgorde Frans

In het Nederlands kun je zinnen op verschillende manieren opbouwen; het houdt dezelfde betekenis!

Eva heeft een cadeau aan haar broer gegeven vanavond

Eva heeft vanavond een cadeau aan haar broer gegeven

Vanavond heeft Eva een cadeau aan haar broer gegeven

Aan haar broer heeft Eva vanavond een cadeau gegeven

Woordvolgorde Frans

(plaats/tijd) 

+ Onderwerp      (wie/wat?)

+ Alle werkwoorden 

+ Lijdend Voorwerp 

+ Meewerkend Voorwerp 

(plaats/tijd)

          = zitten altijd in een zin

Lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp is het deel van de zin dat niet zelf handelt of actief is, maar dat de handeling ondergaat. 

Eva heeft een cadeau aan haar broer gegeven vanavond

Wat is het lijdend voorwerp?

Lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp is het deel van de zin dat niet zelf handelt of actief is, maar dat de handeling ondergaat. 

Eva heeft een cadeau aan haar broer gegeven vanavond

Wat is het lijdend voorwerp?

EEN CADEAU

Meerwerkend voorwerp

Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt of verneemt of van wie iets wordt afgenomen

Eva heeft een cadeau aan haar broer gegeven vanavond

Wat is het meewerkend voorwerp?

Meerwerkend voorwerp

Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt of verneemt of van wie iets wordt afgenomen

Eva heeft een cadeau aan haar broer gegeven vanavond

Wat is het meewerkend voorwerp?

AAN HAAR BROER

Woordvolgorde Frans

(plaats/tijd) + ondw + alle werkwoorden + LV + MV + (plaats/tijd)

Ce soir, Eva a donné un cadeau à son frère

Woordvolgorde Frans

(plaats/tijd) + ondw + alle werkwoorden + LV + MV + (plaats/tijd)

Morgen ga ik een jurk kopen
Je vais acheter une robe demain

Woordvolgorde Frans

Hoe maak je een zin ontkennend in het Frans?

Woordvolgorde Frans

Hoe maak je een zin ontkennend in het Frans?

ne... pas de (niet) 

ne ... pas encore de (nog niet)

ne ... jamais de (nooit)

ne ... plus de (niet meer)
ne ... rien de (niets)

Woordvolgorde Frans: ontkenning

(plaats/tijd) ondw + ontk+ eerste werkwoord+ ontk + andere werkwoorden + LV + MV + (plaats/tijd)

Vanavond, heeft Eva geen cadeau aan haar broer gegeven

Ce soir, Eva n'a pas donné de cadeau à son frère.

Woordvolgorde Frans: ontkenning

(plaats/tijd) ondw + ontk+ eerste werkwoord+ ontk + ander werkwoord+ lv + mv + (plaats/tijd)

Morgen ga ik geen jurk kopen.
Je ne vais pas acheter de robe demain.

Ik koop geen jurk vandaag

Aujourd'hui Je n'achète pas de robe 

Woordvolgorde Frans: tijd

Tijd: staat aan het begin van de zin of aan het einde

Ik heb gisteren een appel gegeten

Hier, j'ai mangé une pomme

Ik ga morgen een pizza eten

Je vais manger une pizza demain

Woordvolgorde: bien, mal, souvent, toujours, beaucoup, déjà (bmstbd)

(plaats/tijd) ondw + eerste werkwoord+ BMSTBD + ander werkwoord+ lv + mv + (plaats/tijd)

Ik houd er altijd van om met mijn vrienden naar de stad te gaan
J'aime toujours aller en ville avec mes copains

Ik koop geen jurk

Je ne vais pas souvent au théatre 

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder

Je begint met "JE"

vais

avec

Je

mes parents

souvent

en France

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder

allons

au

nous

théatre

?

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder

Let op: tijd/plaats achteraan in de zin!! (bij deze vraag)

est 

cet après-midi

Bernard

aux Pays-Bas

allé

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder

Je begint met "TU"

venir

veux

maintenant

chez moi

tu

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder

blessée

jamais

n'

elle

est

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder

a

les sports

Maud

d'équipe

aimé

Faire: Grammaire H

29C, 30ABC, 32A 

Daarna: zelfstandig aan het werk met je eigen leerstof 

Leerstof chapitre 6 toetsweek

- Niet kiezers: Vocabulaire E+F F-N (pagina 79), Grammaire H (pagina 81), Phrases clés G F-N (pagina 80)

- Kiezers: Vocabulaire A+B (F-N + N-F) (pagina 78, Grammaire D (denk ook aan je eigen woordenlijst met bijvoeglijk naamwoorden) + H (pagina 81), Phrases-clés C N - F (pagina 80)

Woordvolgorde in het Frans

In het Frans zet je alle werkwoorden bij elkaar.

Ik heb een appel gegeten                       J' ai mangé une pomme