M2 werkwoorden stam -d of -t en woorden Lernliste

jullie paardrijden (reiten)
A
ihr reiten
B
ihr reitst
C
ihr reitet
D
ihr reite
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

jullie paardrijden (reiten)
A
ihr reiten
B
ihr reitst
C
ihr reitet
D
ihr reite

Slide 1 - Quiz

ik meld (melden)
A
ich melde
B
ich melden
C
ich meldet
D
ich meldest

Slide 2 - Quiz

zij praatten (reden)
A
sie redet
B
sie reden
C
sie redst
D
sie redet

Slide 3 - Quiz

wij werken (arbeiten)
A
wir arbeiten
B
wir arbeitest
C
wir arbeitet
D
wir arbeite

Slide 4 - Quiz

hij werkt (arbeiten)
A
er arbeitet
B
er arbeiten
C
er arbeite
D
er arbeitest

Slide 5 - Quiz

julie wonen (wohnen)
A
ihr wohnt
B
ihr wohnet
C
ihr wohne
D
ihr wonst

Slide 6 - Quiz

de gitaar
A
der Gitarre
B
die Gitarre
C
das Gitarre
D
die Gitaar

Slide 7 - Quiz

het drumstel
A
das Trommel
B
die Schlagzeug
C
der Schlagzeug
D
das Schlagzeug

Slide 8 - Quiz

naar de bioscoop gaan
A
ins Kino gehen
B
in dem Kino gehen
C
in de Bios gaan
D
ins Bios gehen

Slide 9 - Quiz

dom, stom
A
dom
B
blod
C
blöd
D
dum

Slide 10 - Quiz

treffen
A
ontmoeten
B
trefballen
C
trechter
D
drinken

Slide 11 - Quiz

warten
A
wekken
B
weten
C
wachten
D
winnen

Slide 12 - Quiz

klettern
A
kletsen
B
kunnen
C
kijken
D
klimmen

Slide 13 - Quiz

der Monat
A
de maandag
B
de maand
C
de maat
D
de morgen

Slide 14 - Quiz

versuchen
A
proberen
B
verstaan
C
begrijpen
D
verdwijnen

Slide 15 - Quiz

verschwinden
A
proberen
B
verstaan
C
begrijpen
D
verdwijnen

Slide 16 - Quiz