BSR 26/2 1bka fictie §1

Lees de theorie op blz. 60 van je boek.
Klaar? Verder in je leesboek.

§1 Fictie en non-fictie
Voordat we beginnen:
WELKOM
timer
15:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lees de theorie op blz. 60 van je boek.
Klaar? Verder in je leesboek.

§1 Fictie en non-fictie
Voordat we beginnen:
WELKOM
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Vertel hier kort (ongeveer drie zinnen)
wat je hebt gelezen.

Slide 2 - Carte mentale

1. Starten met Cursus 3: Fictie.
2. Klassikaal door paragraaf 1 heen.
3. Oefenvragen in LessonUp.
4. Uitleg boekopdracht 2.
5. Theorie betrekken op je eigen boek.
6. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 3 - Diapositive

  • Je kunt uitleggen wat fictie is (en wat non-fictie is).
  • Je kunt uitleggen of je  meer van realistische of fantasieverhalen houdt.
Lesdoelen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Fictie en non-fictie
Wat je leest kun je verdelen in fictie en non-fictie.

Verzonnen verhalen zijn fictie.
Teksten en beelden over de werkelijkheid heten non-fictie.

Wat is fictie en wat is non-fictie?
Leesboek, krantenbericht, schoolboek, musical, jeugdjournaal

Slide 6 - Diapositive

Fictie en non-fictie
Fictie:
  • verzonnen gebeurtenissen, personages in boeken of films
  • doel: lezer vermaken, ontroeren, aan het denken zetten
  • een verhaal...soms wel echt gebeurd, maar mooier gemaakt

Non-fictie:
  • teksten die niet zijn verzonnen, zoals teksten uit kranten, tijdschriften
  • doel: lezer informeren of iets leren

Slide 7 - Diapositive


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 10 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz

Aan het werk
Wat?
Cursus 3.1 Fictie of non-fictie. 
Basis: Opdracht 1 t/m 3 (blz. 60-63).
Kader: Opdracht 1 t/m 3 (blz. 60-63).

Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.

Hulp
De 4 B's en het oogje.
Tijd
Timer.
Klaar?
Keuze 1: beschrijf of het door jou gekozen boek fictie of non-fictie is.
Keuze 2: verder in je leesboek.
timer
8:00

Slide 12 - Diapositive

  • Je kunt uitleggen wat fictie is (en wat non-fictie is).
  • Je kunt uitleggen of je  meer van realistische of fantasieverhalen houdt.
Lesdoelen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Fictie
Non-fictie

Slide 15 - Question de remorquage

realistische fictie
niet-realistische fictie
non-fictie

Slide 16 - Question de remorquage

Is jouw boek fictie of non-fictie.
Leg je antwoord uit aan de hand van de theorie.

Slide 17 - Question ouverte

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
1bka: grqeb
1tna: ioaqf
1tb: ztblj

Slide 18 - Diapositive