m1b donderdag

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Present simple

vragen en ontkenningen

Check-in:
What are your plans for Christmas?

Today's plan 

• Words 
• Explanation Questions and Negations 
  
• Practise
  
• The end
  

Leerdoelen 

• Ik kan vraagzinnen maken in de present simple.
  
• Ik kan ontkenningen maken in de present simple.
  
• Ik kan de theorie van vragen en ontkenningen in mijn eigen woorden uitleggen.
  

Words

Get out a piece of paper and a pen 

Schrijf de Engelse woorden die ik zeg over, schrijf daar de Nederalandse vertaling achter

Questions (vragen)

1. Staat er to be (am are is) in de zin?

Ja? --> vooraan 

I am happy --> Am I happy?

Nee? --> Stap 2

Questions (vragen)

1. Staat er to be (am are is) in de zin?

Ja? --> vooraan 

I am happy --> Am I happy?

Nee? --> Stap 2

2. Staat er een hulpwerkwoord (2 werkwoorden, 1e is hww) in de zin? 

Ja? --> Vooraan

I should help him --> Should I help him?

Nee? --> Stap 3

Questions (vragen)

1. Staat er to be (am are is) in de zin?

Ja? --> vooraan 

I am happy --> Am I happy?

Nee? --> Stap 2

2. Staat er een hulpwerkwoord (2 werkwoorden, 1e is hww) in de zin? 

Ja? --> Vooraan

I should help him --> Should I help him?

Nee? --> Stap 3

3. Je zet een vorm van ‘to do’ (do/ does) vooraan in de zin. 

I walk to school. --> do I walk to school?

She sings a lot. --> Does she sing a lot? 

Negations (ontkenningen)

1. Staat er to be (am are is) in de zin?

Ja? --> ‘not’ erachter

I am happy --> I am not happy.

Nee? --> Stap 2

Negations (ontkenningen)

1. Staat er to be (am are is) in de zin?

Ja? --> ‘not’ erachter

I am happy --> I am not happy.

Nee? --> Stap 2

2. Staat er een hulpwerkwoord (2 werkwoorden, 1e is hww) in de zin? 

Ja? --> ‘not’ erachter

I should help him --> I shouldn’t help him.

Nee? --> Stap 3

Negations (ontkenningen)

1. Staat er to be (am are is) in de zin?

Ja? --> ‘not’ erachter

I am happy --> I am not happy.

Nee? --> Stap 2

2. Staat er een hulpwerkwoord (2 werkwoorden, 1e is hww) in de zin? 

Ja? --> ‘not’ erachter

I should help him --> I shouldn’t help him.

Nee? --> Stap 3

3. Je zet een vorm van ‘to do’ (don’t / doesn’t ) voor het werkwoord. 

I walk to school. --> I don’t walk to school.

She sings a lot. --> She doesn’t sing a lot.

She works in an office 

Henry reads the newspaper every morning 

Pasta is my favourite food

I work in a school

Worksheet 

• Gebruik het stappenplan 
• Maak het werkblad samen of alleen 
• Als je het werkblad met mij wil doen, kom je bij mijn bureau. 
  

Have a Merry Christmas and Happy new year!