Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling + taalvoutjes
Verbeter het fout gespelde woord.
1 / 21
suivant
Slide 1:
Question ouverte
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verbeter het fout gespelde woord.
Slide 1 - Question ouverte
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt
Slide 2 - Quiz
Welk woord is fout gespeld?
A
naderd
B
voorangsweg
C
allebei de woorden zijn fout gespeld
Slide 3 - Quiz
Onze leraar ….. iedere dag naar school.
A
joggt
B
joggd
C
jogt
D
jogd
Slide 4 - Quiz
Welk woord is fout gespeld?
A
bedreigd
B
hypotheekrenteaftrek
C
kabinet
Slide 5 - Quiz
In welke zin is de persoonsvorm goed gespeld?
A
Tante Joke verstaptte zich tijdens het traplopen.
B
Joris deelde mijn mening niet.
C
Anne promoote haar zelfgemaakte cd´s.
D
Ik vergrote mijn kans op het kampioenschap.
Slide 6 - Quiz
Welk woord is fout gespeld?
A
ingepakt
B
bezorgt
Slide 7 - Quiz
Bij het mentorgesprek ___ de leraar Hannah met zittenblijven als haar cijfers niet verbeteren.
A
confronteren
B
confronteerde
C
confronteerden
D
confronteer
Slide 8 - Quiz
In welke zin is het voltooid deelwoord goed gespeld?
A
Het hout is opgebrand.
B
Het hout is opgebrandt.
Slide 9 - Quiz
Afgelopen weken ... we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 10 - Quiz
Hoe spel je het fout gespelde woord?
Slide 11 - Question ouverte
Het ... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurdde
C
gebeurdt
D
gebeurt
Slide 12 - Quiz
De docent ... ons op onze kennis van werkwoordspelling.
A
beoordeeld
B
beoordeelt
Slide 13 - Quiz
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: Ik ... (vinden) dat hij eerlijk moet zijn.
Slide 14 - Question ouverte
Hoe spel je het fout gespelde woord?
Slide 15 - Question ouverte
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: De jongens ... (stoten) gisteren de vaas van de tafel.
Slide 16 - Question ouverte
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: De behoefte om een sigaret te roken ... (verminderen) met een nicotinepleister.
Slide 17 - Question ouverte
De film wordt door de pers ... (bejubelen).
A
bejubelt
B
bejubeld
Slide 18 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De kat heeft alle brokjes opgegeten.
A
brokjes
B
heeft
C
de kat
D
opgegeten
Slide 19 - Quiz
Hoe schrijf je de zin op de juiste manier?
Slide 20 - Question ouverte
Gisteren (pakken) ik de fiets uit de schuur
A
pakken
B
pakde
C
pakte
D
pak
Slide 21 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Werkwoordspellingquiz
Août 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Werkwoordspellingquiz
Mars 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Werkwoordspelling + taalvoutjes
Novembre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Spelling en formuleren - terugblik
Août 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Week 39 les 1 discussie + herhaling spelling
Septembre 2023
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Alle (werkwoord)spelling lj 1 t/m 3
Avril 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1-3
Alle (werkwoord)spelling lj 1 t/m 3
il y a 13 jours
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1-3
2024 afsluiting spelling
Octobre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3