Methodiek 2 les 4: herhaling observatieplan

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even inchecken: hoe voel je je vandaag?

Slide 2 - Sondage

Waarom hiervoor gekozen?
Wat gaan we doen?

Herhalen!
  • Oberveren: 6 stappen van het plan
  • Rapporteren (casus Aline)
  • Eindopdracht doornemen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordat je gaat observeren schrijf je een plan

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Concreet gedrag
Algemene gegevens
Observatiemethode
Aanleiding
Observatiedoel en vraagstelling
Plaats en tijd
1
2
3
4
5
6

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1: de aanleiding
 Van wie kwam het idee om te observeren en waarom?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1 de aanleiding
Redenen zijn bijvoorbeeld:
  • Als je signalen opvangt dat er iets mis gaat 
  • Als je een vraag hebt hoe je moet handelen
  • Als er problemen zijn
  • Als je iemand beter wil leren kennen
  • Als je een verslag wil maken

In de aanleiding schrijf je precies waar de vraag vandaan komt, van wie en waarom.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 2: observatiedoel en vraagstelling
Wat is het doel van je observatie? 
Vraagstelling: op welke vraag moet de observatie antwoord geven?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld van een doel
Doel: kort en duidelijk. 

Wie je gaat observeren
Welk gedrag je gaat observeren
In welke situatie je gaat observeren

Bijvoorbeeld: na de observatie weet ik hoe vaak Ciska een ander kindje slaat. Ik observeer haar tijdens het speelkwartier buiten. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus Jade
Je hebt een (meisje) Jade van 4 jaar op de groep dat niet zo veel contact maakt met andere kinderen. Je wilt dit nader onderzoeken. Je maakt een observatieplan.
Wat zou je observatiedoel kunnen zijn? Na de observatie weet ik....

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel casus Jade

na de observatie weet ik hoe en met welke kinderen Jade contact maakt tijdens vrij spelmomenten. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 3: concreet gedrag
Schrijf alles op wat belangrijk lijkt. Schrijf waarneembaar gedrag op, feiten.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel: na de observatie weet ik hoe en met welke kinderen Jade contact maakt tijdens vrij spelmomenten.

Stap 3: welke concreet gedrag zou je allemaal kunnen gaan observeren?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 4: Observatiemethode
Welke observatiemethode ga je gebruiken? 
(welke past het beste bij je doel)

Waarom kies je deze methode?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observatiemethode

Ga je meedoen? 
- Participerend/niet-participerend 

Hoe ga je observatiegegevens registreren? 
- Gestructureerd of ongestructureerd
- Event-sampling of time-sampling












Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 5 en 6: plaats en tijd, algemene gegevens

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na observatie ga je rapporteren

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies van rapporteren
in de opvang/ in het onderwijs

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In je rapportage geen subjectieve woorden.

Voorbeelden van subjectieve woorden:

Vaak, mooi, irritant, vervelend, altijd, grote, kleine, lang, saai, stom, leuk, gezellig, niet leuk, goed, aardig, grappig, overdreven, knap, lelijk, graag.

Waarom zijn dit subjectieve woorden? 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou je op kunnen schrijven in plaats van 'Aline is vervelend'?

Slide 31 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de zin zo objectief mogelijk

'Daan lette niet goed op tijdens de les'

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de zin zo objectief mogelijk

'Sofie is aan het klieren op het speelplein'

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jullie eindopdracht: een kind observeren op stage

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je al een idee welk kind je wil gaan observeren op stage?
Stap 1: Wat is de aanleiding/ reden?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de eindopdracht in Teams. Heb je een vraag over de eindopdracht?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Was het fijn om de lesstof te herhalen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week laatste les. Waar heb je extra uitleg over nodig?

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions