Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
is een
NH3
A
Zuur
B
Base
C
Slide 1 - Quiz
wat is de naam van FeO
A
ijzer(II)oxide
B
ijzer(III)oxide
C
ijzeroxide
D
ijzer(I)oxide
Slide 2 - Quiz
Wat is de naam van dit meervoudige ion
CO32-
A
koolstofoxide
B
koolstoftri-oxide
C
koper-ion
D
carbonaat-ion
Slide 3 - Quiz
Welke pH hebben zuren?
A
0-7
B
7
C
7-14
Slide 4 - Quiz
Wat is de kenmerkende groep van een hydroxide?
A
O 2-
B
CO3 2-
C
OH -
D
NO3 -
Slide 5 - Quiz
Welk van deze zouten lost slecht op in water?
A
ijzer(II)sulfaat
B
magnesiumchloride
C
natriumfosfaat
D
zilverbromide
Slide 6 - Quiz
Met welke indicator kun je de zuurgraad meten van een oplossing?
A
rodekoolsap
B
fenolftaleïne
C
universeel indicator papier
D
lakmoes papier
Slide 7 - Quiz
Dit pictogram kan je tegenkomen op een fles gootsteenontstopper. Wat betekend het ?
A
Giftig
B
Niet mengen
C
Corrosief/bijtend
D
Irriterend
Slide 8 - Quiz
Wat is de naam van H2SO4
A
zwavelzuur
B
zoutzuur
C
salpeterzuur
D
azijnzuur
Slide 9 - Quiz
Welke stof is een zuur?
A
azijn
B
soda
C
gootsteenontstopper
D
water
Slide 10 - Quiz
Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen
Slide 11 - Quiz
Het zuurrestion is altijd ...
A
positief geladen
B
negatief geladen
Slide 12 - Quiz
Is natronloog een zuur of een base
A
zuur
B
base
C
geen zuur en ook geen base
Slide 13 - Quiz
Welke naam hoort bij de formule NH4+?
A
ammonia
B
ammoniak
C
ammonium
Slide 14 - Quiz
Wat is de naam van HNO3
A
zwavelzuur
B
zoutzuur
C
salpeterzuur
D
azijnzuur
Slide 15 - Quiz
Gebruik Binas tabel 35
De oplosbaarheid van kopersulfide
A
goed
B
matig
C
slecht
Slide 16 - Quiz
wat heb je nodig om aan een neerslag reactie te rekenen?
A
de ionen en de massa's
B
alleen de reactie vergelijking en de ionen
C
de reactie vergelijking, de ionen en de massa's
D
de massa's
Slide 17 - Quiz
waarom verwijderen we bepaalde ionen uit water?
A
omdat het leuk is.
B
omdat die ionen goed voor ons zijn
C
omdat die ionen schadelijk voor ons zijn.
Slide 18 - Quiz
Wat is een andere triviale naam voor kalkaanslag?
A
kalkzeep
B
ketelsteen
C
ongebluste kalk
D
soda
Slide 19 - Quiz
Een gebruiker mengt 500 mL kraanwater met een hoog gehalte aan calciumionen volgens de aanwijzing in de handleiding. Wordt het aantal calciumionen per liter hierdoor lager, hoger of blijft het gelijk?
A
lager
B
hoger
C
gelijk
Slide 20 - Quiz
In Limburg bevat het kraanwater niet alleen veel calciumionen, maar ook vrij veel magnesiumionen.