Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Introduction
In deze les leer je het lied 'Wachten' en bedenk je samen leuke dingen die je kan doen als je ergens op moet wachten.
Instructions
Feuilles de travail
Éléments de cette leçon
Les 2: Wachten
Slide 1 - Diapositive
Welkom bij les 2.
Zet voordat je begint weer het vinkje bij "devices in de klas" uit. Deze vind je linksonder op het scherm.
Weet je nog?
Hoe heten de instrumenten
ook alweer?
En wie bespelen ze?
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Weet je nog?
Hoe heten de instrumenten
ook alweer?
En wie bespelen ze?
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Weet je nog?
Sleep de icoontjes naar het juiste plaatje:
Welk geluid hoort bij welk instrument?
Viool
Cello
Altviool
Contrabas
Slide 4 - Question de remorquage
Leg uit dat de instrumenten allemaal hun eigen klank hebben en beluister de luistervoorbeelden (onder de muzieknootjes).
Horen de leerlingen verschil tussen de geluiden?
Sleep (of laat een leerling slepen) op het digibord de icoontjes naar het juiste instrument.
Weet je nog?
Welk instrument is het grootst?
En welk instrument is het kleinst?
Sleep de instrumenten naar het goede vak
Kleinst
Grootst
Iets groter
Nog iets groter
Slide 5 - Question de remorquage
Bespreek met de leerlingen welk instrument het grootst is en sleep deze instrumenten naar het goede vak.
In deze les leer je
- Het lied 'wachten'
- Wat je kan doen als je
ergens op moet wachten
- Voor- en nazingen
- Het lied en de dans
'Handen op je hoofd'
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Luister het lied 'Wachten'
Waar gaat het over?
Slide 7 - Diapositive
Luister het lied met de leerlingen en bespreek waar het over gaat (wachten).
Moeten de leerlingen zelf wel eens wachten?
Vinden ze het leuk om te wachten of juist niet?
Wat zijn dingen die je kan doen als je ergens op moet wachten (bijvoorbeeld een spelletje doen, een tekening maken)
Zing het lied 'Wachten'
Wachten, wachten
al een hele tijd
Wachten, wachten
duurt nu echt een eeuwigheid
Slide 8 - Diapositive
Bespreek met de leerlingen welk woord een aantal keer terugkomt in de tekst (wachten).
Hoe lang duurt het wachten in dit lied? (al een hele tijd/een eeuwigheid).
Zing dit deel van het lied samen met de leerlingen mee met de opname.
In dit liedje gaan we zingen om het wachten wat sneller te laten gaan.. Zing maar na!
Slide 9 - Diapositive
Laat de kinderen opstaan tijdens het gespeelde intro, zodat ze tijdens "we versnellen 1 2 3 de maat" al klaar staan.
Oefen dat een paar keer. Kunnen de kinderen zelf herkennen wanneer ze gaan staan?
Zing elke keer samen 'la la la la la' na.
In dit liedje gaan we zingen om het wachten wat sneller te laten gaan..
Zing nu de tekst mee!
We versnellen 1 2 3 de maat
Zodat de tijd wat sneller gaat
We zingen samen zij aan zij,
Dan gaat de tijd vanzelf voorbij
Slide 10 - Diapositive
Oefen de tekst een keertje langzaam met de kinderen en zing hem daarna mee met de muziek.
Bij "lalalalala" mogen de kinderen weer nazingen.
En nu jullie!
De meester of juf doet iets voor
en de klas doet het na
Draai het rad!
Om iets te kiezen om voor te doen
Slide 11 - Diapositive
Draai het rad en verzin iets om voor te doen (bijvoorbeeld een kort ritme of een kort stukje zang), het mag van alles zijn en je kan het zo simpel houden als je wilt.
De kinderen doen jou als je klaar bent na.
*Als er al gelijk kinderen zijn die iets voor willen doen, laat hen dan een keer wat voor doen.
En nu jullie!
Zijn er ook al kinderen uit de klas
die wat voor kunnen doen?
Om iets te kiezen om voor te doen
Draai het rad!
Slide 12 - Diapositive
Laat de kinderen zelf iets voordoen, het rad geeft houvast om iets te verzinnen, maar ze mogen ook zelf iets bedenken.
Moedig de kinderen aan om het simpel te houden, zodat de klas ze goed kan nadoen.
En nu met muziek..
Doe om beurten iets voor op
de muziek.
De rest doet na!
Het mag van alles zijn (een
stukje zang, een geluid, een
ritme)
Slide 13 - Diapositive
Zet de muziek aan en laat de kinderen wat voor doen, de rest doet het na.
Je kan eventueel van tevoren afspreken wie er wat voor doet en deze kinderen bijvoorbeeld voor in de klas laten staan.
Het kan ook leuk zijn om deze activiteit af en toe in de kring te herhalen, waarbij iedereen omstebeurt wat voordoet.