K3A week 9, les 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welcome to the English class!

Roll call

How do you feel today?

1. Bad
2. OK
3. Good
4. Great

What are we going to do today?

• What have you learned last lesson? (herhaling plurals)
• Today's goal
• Readtheory
• Homework check
• Grammar uitleg Engelse vragenmaken
• Let's work / Homework

Your goals

• Repetition Plurals
• Learn to make questions in English
• Finish exercises Unit 5, lesson 13, 14
• Blz: 74 Leestekst, maken 15
• Blz: 75 Leestekst, maken 17, 18, 20, 21 & 22
• Finished??? Test jezelf, leerdoel A meervoudsvormen toepassen
• Oefenen met wordtrainer en grammartrainer

Meervoud: algemeen

 

Meervoud: s-klank

 

Meervoud: medeklinker+o

 

Meervoud: -f / -fe

 

Meervoud: medeklinker+y

 

Meervoud: klinker+y

 

Meervoud: Uitzonderingen 1

 

Meervoud: Uitzonderingen 2

 

Meervoud

 

Plural quiz

One fox.
Nineteen ... .

One lady.
Four ... .

One policeman.
Twenty-one ... .

One fly.
Five ... .

One fish.
A hundred ... .

Vragen maken met to be

• Er zijn verschillende manieren om in het Engels vragen te maken. Je kunt vragen maken met een vorm van to be.
• Dan zet je am/are/is/was/were aan het begin van de zin.
• Was/were gebruik je bij vragen over het verleden.

Vragen met hulpwerkwoorden

Als er een hulpwerkwoord (can, could, will, would, must) in de zin staat, zet je dat hulpwerkwoord vooraan de zin en een vraagteken achter de zin om een vraag te maken. 

Voorbeeld:

It will be rainy today      --> Will it be rainy today?

She must hurry               --> Must she hurry?

They can eat an apple  --> Can they eat an apple?

Je kunt op verschillende manieren vragen maken in het Engels.

• Zinnen met werkwoord to be of met hulpwerkwoord

Vragen met to be en hulpwerkwoorden (zoals can / may /should) maak je door het hulpwerkwoord vooraan in de zin te zetten:

• You can swim very well.
• Can you swim very well?
• He is a good runner.
• Is he a good runner?

Zinnen met andere werkwoorden

Voor de overige werkwoorden begin je vragen met een vorm van het woord "do". 

Dit woord wordt ook wel de "dummy-do" genoemd omdat het een woordje is dat op zichzelf niks betekent maar de mogelijkheid biedt om een zin een andere functie te geven (zoals, in dit geval, van een zin een vraagzin maken):

• Dogs like meat.
• Do dogs like meat?

Bij he / she /it gebruik je niet do maar does.

Het werkwoord verliest de s omdat de s nu al in does staat!

• He loves to play tennis.
• Does he love to play tennis?

Vragen maken met to be

Maak vragend:

• Miss Terpstra is a fantastic teacher.
• We are her pupils.
• I am a big miss Terpstra fan.

Vragen maken met to be

Maak vragend:

• Is Miss Terpstra a fantastic teacher?
• We are her pupils.
• I am a big miss Terpstra fan.

Vragen maken met to be

Maak vragend:

• Is Miss Terpstra a fantastic teacher?
• Are we her pupils?
• I am a big miss Terpstra fan.

Vragen maken met to be

Maak vragend:

• Is Miss Terpstra a fantastic teacher?
• Are we her pupils?
• Am I a big miss Terpstra fan?

I am happy

Am I happy?

You like apples

Do you like apples?

Er zijn verschillende manieren om inhet Engels vragen te maken. Je kunt vragen maken met een voor van "be". Je zet dan am/are/is/was/were aan het begin van de zin. Was/were gebruik je bij vragen over het verleden. 

ReadTheory

Nieuw! 

Wij gaan aan de slag met ReadTheory, een online programma voor het verbeteren en monitoren van jouw Leesvaardigheid.

In de volgende slides word je uitgelegd over het "hoe?".

READING

1. Go to Readtheory.org

2. Sign up as a student

3. Classcode = https://readtheory.org/app/sign-up/create-account/student?classcode=YWCFD4RT

ReadTheory

• Allereerst maak je een proeftoets, dit is huiswerk!
• Deze proeftoets duurt tussen de 20 en 45 minuten. 
• Deze toets bepaalt op welk niveau van leesvaardigheid je zit. 

ReadTheory

• Vervolgens gaat het programma jou teksten aanbieden op dat niveau en één niveau hoger om te kijken of je progressie maakt.
• Dit blijft het doen.
• Als docent kan ik jouw progressie zien en volgen en hoeveel je werkt.

Exit ticket

1. Heb je de stof van vandaag begrepen?
2. Wat heb je (van mij) nodig om de stof (nog beter) te begrijpen?

Vul het exit ticket in en lever in .

           Homework:

• Maken: 23 t/m 28
• Lezen tekst (blz: 74) online maken opdracht 15
• Lezen tekst (blz: 76) 
• Leren Quizlet + blz: 85 TB

• Readthory begintoets maken