Unit 1, lesson 1 (2)

This lesson

  1. StudyGo
  2. Rewind: betrekkelijke voornaamwoorden 
  3. Grammar: herhaling
  4.  (home) work
  5.  Looking back
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

This lesson

  1. StudyGo
  2. Rewind: betrekkelijke voornaamwoorden 
  3. Grammar: herhaling
  4.  (home) work
  5.  Looking back

Slide 1 - Diapositive


Aan het einde van deze les..
  1. ..weet je hoe je much, many, few & little moet gebruiken
  2.  .. heb je geoefend met leesvaardigheid
  3. .. heb je extra geoefend met de words & grammar van lesson 1.

Slide 2 - Diapositive

timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

1. Rewind


Betrekkelijke voornaamwoorden, what do you                   ?
  • Who & which
  • Gebruik je om..

Slide 5 - Diapositive

Herhaling:
much, many, few, little

Please take out your notebook

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat betekenen much / many / a lot/ little / few?

Slide 8 - Diapositive

Maar wanneer gebruik je dan wat?
Hiervoor kijk je naar het zelfstandig naamwoord (waar hoort het telwoord bij?)                 


Slide 9 - Diapositive

VEEL
much =  ontelbaar
(begrippen, vloeistoffen, stofjes)

much sugar
much time
much homework
much coffee


Slide 10 - Diapositive

VEEL
many = telbaar

many children
many birds
many subjects
many stories

Slide 11 - Diapositive

A LITTLE = een beetje (ontelbaar)

A FEW = een paar (telbaar)


I need a little more time.
Ik heb een beetje meer tijd nodig.

Jack ate a few fries.
Jack at een paar frietjes.


LITTLE = weinig (ontelbaar)

FEW = weinig (telbaar)


My teacher has little patience.
Mijn lerares heeft weinig geduld.

We bought few books yesterday.
Wij kochten weinig  boeken gisteren.

Slide 12 - Diapositive

5. (Home)work


Friday, August 30th:
Maken:
  • Exc. 8 - 12 (p.15 t/m p.18)
  • Unit 1, lesson 1: practise more (online)

Leren
  • words lesson 1 (p.163, coursebook)

  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Tijd tot afsluiting van de les.
  • Muziek mag
  • Klaar? Dan leren via StudyGo (linkje in Classroom)

Slide 13 - Diapositive

Waar moet je op letten als je much,
many, little of few gebruikt?

Slide 14 - Question ouverte