Les 9

• Taal
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 7

Hoe zat het ook alweer?

Hoe vinden we de persoonsvorm?

Wat is het werkwoordelijk gezegde van een zin?

Hoe zat het ook alweer?

Jantje was aan het wandelen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Wat is de persoonsvorm?

Hoe zat het ook alweer?

Hij wilde zoute pinda's kopen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Wat is de persoonsvorm?

Lesdoel

Ik kan leestekens gebruiken in een zin met directe rede en indirecte rede.

Leestekens

Welke leestekens ken je al?

Hoe gebruik je die?

Dit moet je weten

Directe rede 

Je herhaalt letterlijk wat iemand heeft gezegd. Je gebruikt een dubbele punt en aanhalingstekens.

Indirecte rede

Je herhaalt niet letterlijk wat iemand heeft gezegd, maar omschrijft het of vat het samen.

Voorbeeld

Directe rede

Ze zei: 'Ik wil je nooit meer zien.'

Voorbeeld

Indirecte rede

Ze zei dat ze me nooit meer wil zien.

Samen oefenen

Schrijf de zin op met de goede leestekens.

Kaya zegt laat dat

De buren fluisteren dat Kaya's moeder aids had

Kaya zegt ze overleed aan kanker

Staat de zin in directe rede of indirecte rede?

Carlie's moeder vraagt: 'Wie is toch die Raoel?'

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Carlie zegt: 'Hoe kom je aan die naam?'

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Boos zegt Carlie dat ze niet in haar spullen mag neuzen.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Haar moeder zegt dat ze dan beter moet opruimen.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Carlie schreeuwt: 'Ik heb recht op privacy.'

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Aan de slag

Je maakt opdracht 2 in het Taalboek zelfstandig.

Heb je gisteren opdracht 3 in het Werkboek niet gemaakt of overgeslagen? Dan maak je deze opdracht nu alsnog.