Laatste les voor het proefwerk
1 / 20
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is een synoniem?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 7 - Question ouverte
Wat doet Johnson om het EK naar Engeland te halen?
Slide 8 - Question ouverte
Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
activeren
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Wat betekent het volgende woord?
'futloos'
'futloos'
A
de kleinigheid, een onbelangrijk detail
B
zonder energie, slap
C
ergerlijk, hinderlijk
D
meestal, gewoonlijk
Slide 11 - Quiz
Wat betekent het volgende woord?
'het kroost'
'het kroost'
A
gezond (voor lichaam en geest)
B
het belangrijkste
C
de instelling, de vereniging
D
de kinderen van iemand
Slide 12 - Quiz
Wat betekent het volgende woord?
'heilzaam'
'heilzaam'
A
gezond (voor lichaam en geest)
B
het belangrijkste
C
de instelling, de vereniging
D
de kinderen van iemand
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Welk verband geeft het volgende signaalwoord aan:
daarna
daarna
A
opsommend verband
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
Slide 15 - Quiz
Welk verband geeft het volgende signaalwoord aan:
'daarnaast'
'daarnaast'
A
opsommend verband
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
Slide 16 - Quiz
Welk verband geeft het volgende signaalwoord aan:
'nadat'
'nadat'
A
opsommend verband
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
Slide 17 - Quiz
Welk verband geeft het volgende signaalwoord aan:
'echter'
'echter'
A
opsommend verband
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
Slide 18 - Quiz
Welk verband geeft het volgende signaalwoord aan:
'bovendien'
'bovendien'
A
opsommend verband
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
