H2 - week 9 - les 1 - Grammatica H5 - samengestelde zinnen

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!

Slide 1 - Diapositive

- Welkom
- Samengestelde zinnen
- Hoofdzinnen en bijzinnen


Doel: 
- Je kunt iemand anders overtuigen van jouw standpunt door het gebruik van argumenten.
- Je presenteert, in een groep, een overtuigende beoordeling. 
Vandaag in de les:

Slide 2 - Diapositive

Hoe kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 3 - Question ouverte

Elke zin heeft één persoonsvorm,

Maar, soms kunnen twee zinnen samen één nieuwe zin vormen.

1. Ik moet de afwas met de hand doen.
2. De afwasmachine is defect.





Samengestelde zin

Slide 4 - Diapositive

Elke zin heeft één persoonsvorm,

Maar, soms kunnen twee zinnen samen één nieuwe zin vormen.

1. Ik moet de afwas met de hand doen.
2. De afwasmachine is defect.

Ik moet de afwas met de hand doen, want de afwasmachine is defect. 





Samengestelde zin

Slide 5 - Diapositive

1. Ik moet de afwas met de hand doen.
2. De afwasmachine is defect.

Ik moet de afwas met de hand doen, want de afwasmachine is kapot. 

Ik MOEST de afwas met de hand doen, want de afwasmachine WAS kapot. 





Samengestelde zin

Slide 6 - Diapositive

Er klopt iets niet in deze zin, maar wat?

Toen kwam de zomervakantie steeds dichterbij, werden sommige leerlingen minder gemotiveerd.

Slide 7 - Question ouverte

Toen kwam de zomervakantie steeds dichterbij, werden sommige leerlingen minder gemotiveerd.

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen minder gemotiveerd. 



Samengestelde zin

Slide 8 - Diapositive

Hoofdzin:
- In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp (bijna) altijd naast elkaar. 

Bijzin:
- In een bijzin hoeven de persoonsvorm en het onderwerp niet naast elkaar te staan. 
- De bijzin is vaak een onderdeel van de hoofdzin, je kunt hem vaak vervangen voor één woord





Hoofdzin of bijzin?

Slide 9 - Diapositive

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
Hoofdzin of bijzin?

Slide 10 - Diapositive

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
Hoofdzin of bijzin?

Slide 11 - Diapositive

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
Hoofdzin of bijzin?

Slide 12 - Diapositive

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Nee,    Wat kun je dan zeggen over hoofdzin/bijzin
Hoofdzin of bijzin?

Slide 13 - Diapositive

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Nee,  het zijn dus twee hoofdzinnen!

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten.
Hij begroette ons hartelijk. 
Hoofdzin of bijzin?

Slide 14 - Diapositive

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)

Hoofdzin of bijzin?

Slide 15 - Diapositive

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?


Hoofdzin of bijzin?

Slide 16 - Diapositive

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
  
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 17 - Diapositive

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - ja
   - nee, wat kun je daardoor zeggen over hoofdzinnen en bijzinnen?   
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 18 - Diapositive

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - ja,  Bijzin  - vervangen door toen
   - nee,  hoofdzin
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 19 - Diapositive

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)



Hoofdzin of bijzin?

Slide 20 - Diapositive


Wat zijn de pv's?

Slide 21 - Question ouverte

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?

   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 22 - Diapositive


Wat zijn de onderwerpen
bij die pv's?

Slide 23 - Question ouverte

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - 
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 24 - Diapositive

Kun je een zinsdeel tussen de pv's en ow's
zetten?

Slide 25 - Question ouverte

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Nee
   - Ja
   - Ja Wat kun je dus zeggen over Hoofd- en bijzinnen?
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 26 - Diapositive

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Nee   Hoofdzin
   - Ja       Bijzin  - toen
   - Ja       Bijzin  - dat
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 27 - Diapositive

Wat:  Grammatica zinsdelen  H5 - eigen leerlijn en H6 grammatica woordsoorten. 

Wanneer: Einde deze week af!
Hoe: werk netjes, als je iets niet snapt, dan mag je het opzoeken/in de chat vragen. 

Kijk goed naar de filmpjes in de methode en als je niet lukt, trek dan op tijd aan de bel!


Aan de slag!

Slide 28 - Diapositive