H 2.3 Lezen (les 3)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je iPad (dicht)
• je leerwerkboek/schrift
• je leesboek 

Planning

• Stil lezen / werken aan fictietaak
• Wat weet je al (quiz)?
• Werkmoment
• Afsluiten van de les

Boek uit? Werk aan je fictietaak.

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden: terwijl, toen, zodra?

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend
4. uitleggend

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden: evenwel, integendeel?

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend
4. uitleggend

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden: want, daarom, namelijk?

1. uitleggend
2. redengevend
3. concluderend
4. vergelijkend

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden: net als, overeenkomstig?

1. uitleggend
2. redengevend
3. concluderend
4. vergelijkend

Hoe vind je de hoofdgedachte
van een tekst?

Wat is het verschil tussen de hoofd-gedachte en het onderwerp van een tekst?

Werkmoment

• Ga verder met de opdrachten: 6, 7, 8, 10, 11.
• Klaar? Nakijken maar!
  
• Volgende week huiswerk: opdracht 14, 15, 16 en 18 bij tekst 2 op pagina 106.
• In de flexles kun je hier ook aan werken.

Afsluiting

• Volgende week: voorbereiden op de leestoets.
• Denk je aan de fictietaak?