BS 3: been verbindingen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

6.3 Beenverbindingen

herhaling...

wat weet je nog

??????????

wat is nr 16?

1. opperarmbeen
2. scheenbeen
3. sleutelbeen
4. dijbeen

Wat is nr 23?

1. opperarmbeen
2. scheenbeen
3. sleutelbeen
4. dijbeen

welk bot zie je hier?

1. opperarmbeen
2. kuitbeen
3. ellepijp
4. vingerkootje

De botten van baby's zijn ..

1. bijna niet breekbaar, want bevat veel kalk
2. breekbaar, want bevat veel kalk
3. bijna niet breekbaar, want bevat veel lijmstof
4. breekbaar, want bevat veel lijmstof

Wat wordt er beschermd door onze borstkas

1. maag en nieren
2. hart en longen
3. hersenen
4. darmen en maag

Wat is kraakbeenweefsel?

1. Links
2. Rechts

Waar vind je kraakbeenweefsel?

1. Tussen de ribben en het borstbeen
2. tussen schouderblad en opperarmbeen
3. Tussen je scheenbeen en kuitbeen

Doel van deze les: 

• je kunt de 4 manieren noemen waarop beenderen met elkaar verbonden zijn
• je kunt de delen van een gewricht noemen met hun functie
• je kunt 3 type gewrichten onderscheiden

6.3 Beenverbindingen

- Je weet hoe beenderen met elkaar verbonden kunnen zijn ;

- Je weet welke verbinding beweegbaar is of niet.

0

4 type verbindingen

1. Vergroeid
2. Naden
3. Kraakbeen
4. Gewrichten

1. Vergroeid

Plek in het lichaam:

- Heiligbeen

- Staartbeen

Geen beweging mogelijk.

2. Naden

Plek in het lichaam:

- Schedel

Geen beweging mogelijk.

3. Kraakbeen

Plek in het lichaam:

- Tussen je ribben en borstbeen

- Oren

- Neus

Een beetje beweging mogelijk.

4. Gewricht

Plek in het lichaam:

- In je ledematen (armen/benen)

Veel beweging mogelijk.

Kraakbeenverbinding

1. Een gewricht kan veel kan bewegen
2. Een gewricht kan niet bewegen
3. Een gewricht kan een beetje bewegen
4. is bijvoorbeeld je heiligbeen

Hoe noem je deze beenverbinding?

1. Gewricht
2. Vergroeid
3. Kraakbeen
4. Naad

In je skelet zitten vier soorten beenverbindingen.
Bij welke beenverbindingen is er veel beweging mogelijk?

1. gewrichten en kraakbeenverbindingen
2. gewrichten en naadverbindingen
3. gewrichten, vergroeiingen, naad- en kraakbeenverbindingen
4. naadverbindingen en vergroeiingen

De beenverbinding van de wervelkolom is...

1. Naadverbinding
2. Vergroeid bot
3. Gewricht
4. Kraakbeenverbinding

De beenverbinding van de schedel is...

1. Naadverbinding
2. Vergroeid bot
3. Gewricht
4. Kraakbeenverbinding

 In de afbeelding  zijn enkele  beenverbindingen getekend.

 Bij welke van deze beenverbindingen is de  

 minste beweging mogelijk?

1. Bij 1
2. Bij 2
3. Bij 3

Bouw van het gewricht:

gewrichtskapsel:

 maakt gewrichtssmeer 

Bouw gewricht

Namen van de onderdelen

1. 1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtskom
2. 1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtskogel
3. 1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtsvloeistof
4. 1 gewrichtskom 2 gewrichtskogel

Nr. 1

1. gewrichtskogel
2. gewrichtskapsel
3. gewrichtskom
4. kraakbeenlaagje

Wat is de functie van gewrichtbanden?

1. soepel bewegen van het gewricht
2. houdt de 2 botten bij elkaar
3. zorgt voor extra stevigheid van het gewricht

In de afbeelding zie je de bouw van een gewricht getekend. Welk nummer geeft het deel aan waarin de holten ontstaan die het knakkend geluid veroorzaken

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welk onderdeel van het gewricht zorgt voor een soepele beweging?

1. Kraakbeenlaagje
2. Gewrichtskapsel
3. Gewrichtssmeer
4. Gewrichtskom

Welk onderdeel van een gewricht zorgt ervoor dat de botten niet slijten?

1. gewrichtkom
2. gewrichtssmeer
3. kraakbeenlaagje
4. kapselbanden

Welk onderdeel van het gewricht maakt gewrichtssmeer aan?

1. gewrichtskom
2. kraakbeen
3. gewrichtsband
4. gewrichtskapsel

kogelgewricht

scharniergewricht

rolgewricht

Wat voor gewricht is dit?

1. Kogelgewricht
2. Rolgewricht
3. Scharniergewricht
4. Geen van allen

Kogelgewricht

1. gewricht waarbij beweging alleen heen en terug mogelijk is
2. gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
3. gewricht waarbij beweging in alle richtingen mogelijk is
4. gewricht waarbij beweging in 1 richting mogelijk is

Scharniergewricht

1. beweging waarbij alleen heen en terug mogelijk is
2. gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
3. gewricht waarbij beweging naar alle kanten mogelijk is
4. gewricht waarbij alle draaibeweging mogelijk zijn

hw: woensdag 8-6:

blz 21 tm 26 / opdr 1 tm 7