les 3 spelling & grammatica

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

les 3 spelling & grammatica

Deze les leer je...

Wat de persoonsvorm is en hoe je deze kunt vinden in een zin.  

Maar eerst even terugkijken

Wat weet je nog uit de andere thema's.

Van alles door elkaar!

Doel; je leert wat de persoonsvorm is en hoe je deze kunt vinden in een zin.  

De A, U en O zijn klinkers

Doel; je leert wat de persoonsvorm is en hoe je deze kunt vinden in een zin.  

1. waar
2. niet waar

Wat is de juiste manier om activiteit in lettergrepen te verdelen?

1. act-i-vi-teit
2. ac-ti-vi-teit
3. a-cti-vi-teit

Welk woord is een lidwoord?

1. leuke
2. dansen
3. feest
4. een

Welk woord is een werkwoord?

1. leuke
2. dansen
3. de
4. een

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?

1. in
2. muziek
3. vergeten
4. goede

welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?

1. in
2. muziek
3. vergeten
4. goede

Wat is de ik-vorm van het werkwoord "dansen"

1. dans
2. dansd
3. danst
4. dansen

Wat is de verleden tijd van:
"ik verf"

1. Ik vervte
2. Ik verfte
3. Ik verfde
4. Ik vervde

Verder in het boek

Blz 283 en 284:

We lezen samen de theorie

Doel; je leert wat de persoonsvorm is en hoe je deze kunt vinden in een zin.  

Wat is makkelijk?

Een vraagzin maken is vaak de makkelijkste manier.

De persoonsvorm (PV) komt dan altijd vooraan te staan.

Doel; je leert wat de persoonsvorm is en hoe je deze kunt vinden in een zin.  

Maken

Opdracht; 4 - 5 - 2 - 3 

Daarna samen nakijken

Doel; je leert wat de persoonsvorm is en hoe je deze kunt vinden in een zin.  

Evaluatie 

Hoe vindt je de persoonsvorm in een zin?

Was het een moeilijke les?

Hoe was je inzet? 

Studiemeter

Thema 8 hobby's

Maken onderdeel; spelling en grammatica