KC Bernardinuscollege BK Periode 3 Les 2 "terugblik en quiz"

Blok 3B
Herhaling
Quiz
Vorm & Materiaal
Onderzoek
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Blok 3B
Herhaling
Quiz
Vorm & Materiaal
Onderzoek

Slide 1 - Diapositive

Thuisopdracht: Onderzoekverslag 


  1.  Je kopieert de formulieren of maakt een foto  
  2. Aan de hand van de gevonden resultaten werk je je onderzoekresultaten verder uit. Bekijk ook video’s via YouTube waardoor je meer inzicht gaat krijgen in de precieze werking van instrumenten de verschillende manieren hoe je klank kunt produceren en de gevolgen van bepaalde materiaalkeuzes.  
3. Werk voor elke instrumentengroep deze resultaten uit:   

Wat moet er allemaal in?  

  • Je geeft een nauwkeurige beschrijving van welke soorten klankbronnen er zijn  
  • Je legt uit hoe deze klankbronnen werken
  • Maak tekeningen die het een ander verduidelijken
  • Welke invloed heeft de materiaalkeuze op de klank van instrumenten
  • Welke invloed heeft de vorm op de klank van instrumenten

Slide 2 - Diapositive

Dit is een?
A
hobo
B
trompet
C
klarinet
D
fagot

Slide 3 - Quiz

Dit is een enkel riet
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Het materiaal waarvan het mondstuk is gemaakt is:
A
plastic
B
eboniet
C
hout
D
metaal

Slide 5 - Quiz

De klarinet is een:
A
koperblazer
B
houtblazer

Slide 6 - Quiz

Dit is een:
A
saxotoon
B
saxonet
C
saxofoon
D
saxoniet

Slide 7 - Quiz

De saxofoon is een koperblazer
A
niet waar
B
waar

Slide 8 - Quiz

Een ander woord voor een vel is een membraan
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Hoeveel membranofonen staan op dit plaatje?
A
8
B
5
C
7
D
4

Slide 10 - Quiz

Deze trommels:
A
klinken allemaal hetzelfde
B
hebben allemaal snaren
C
hiervan heeft maar 1 trom snaren
D
hebben geen snaren

Slide 11 - Quiz

Hoeveel snaren heeft een viool?
A
6
B
2
C
4
D
8

Slide 12 - Quiz

Hoe ontstaat de klank?
A
je blaast keihard
B
je laat je lippen trillen
C
je perst lucht er doorheen
D
je blaast zachtjes

Slide 13 - Quiz