Woche 48

A3b Duits, Woche
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

A3b Duits, Woche

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Beginopdracht

Slide 3 - Diapositive

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Lektion 23
- Lesen: KB 7
- Superlativ: KB 9-10
- An die Arbeit (AB 13-15)
LWS S. 47 + 48
Montag (80 Min.)

Check Hausaufgaben
Lektion 22: 
- Lesen: KB 7
- Vergleichen/Komparativ: KB 11 - An die Arbeit (AB 14-18, 20)

Slide 4 - Diapositive

Lektion 22
Lesen
KB Aufgabe 7 (S. 28-29)

Slide 5 - Diapositive

Grammatik: Vergleichen
Op welke 2 manieren kun je in het Nederlands dingen met elkaar vergelijken?
1) stellende trap 
Het linkerboek is zo groot als het rechterboek.
Das linke Buch ist so groß wie das rechte Buch.
zo ... als = so ... wie

2) vergrotende trap (Komparativ)
Het linkerboek is dunner dan het rechterboek.
Das linke Buch ist dünner als das rechte Buch
Das rechte Buch ist dicker als das linke Buch
bijvoeglijk naamwoord (evt. met Umlaut bij één lettergreep-woorden, a->ä & o->ö & u->ü) + als

Slide 6 - Diapositive

De rode wielrenner is zo snel als de zwarte wielrenner
Der rote Radfahrer ist so schnell wie der schwarze Radfahrer

Slide 7 - Diapositive

Der Elefant ist größer (groß --> 1 lettergreep, o als stamklinker --> dus een Umlaut) als die Maus
Die Maus ist kleiner als der Elefant

Slide 8 - Diapositive

Das Mädchen ist jünger als die Frau
Die Frau ist älter als das Mädchen

Slide 9 - Diapositive

An die Arbeit


Machen:
AB Aufgabe 14-18 en 20
S. 36-38

Slide 10 - Diapositive

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Lektion 23
- Lesen: KB 7
- Vergleichen: KB 9-10
- An die Arbeit (AB 13-15)
LWS S. 47 + 48
Montag (80 Min.)

Check Hausaufgaben
Lektion 22: 
- Lesen: KB 7
- Vergleichen: KB 11 - An die Arbeit (AB 14-18, 20)

Slide 11 - Diapositive

Lektion 23
Lesen
KB Aufgabe 7 (S. 32-33)

Slide 12 - Diapositive

Grammatik: Vergleichen
Wat is de derde trap van vergelijking?

1) stellende trap

2) vergrotende trap (= Komparativ) 

3) overtreffende trap (= Superlativ)


Slide 13 - Diapositive

Grammatik: Vergleichen
Vergrotende trap: 
woord + er (bij meerdere lettergrepen; modern -> moderner)
woord + stamklinker met Umlaut + er (bij één lettergreep; alt -> älter)

Overtreffende trap: 
am + woord+sten (met Umlaut bij één lettergreep), 
bijv.: am schönsten, am jüngsten



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Die Torte ist am leckersten

Slide 17 - Diapositive

An die Arbeit
AB Aufgabe 13-15
S. 45-46

Slide 18 - Diapositive

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken:

- Leren: 

Slide 19 - Diapositive

Hausaufgaben für Montag
- Maken: 

- Leren: 



Slide 20 - Diapositive