les 5 cognitieve ontwikkeling

les 5 cognitieve ontwikkeling
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

les 5 cognitieve ontwikkeling

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welk type fontanel sluit meestal eerst, de voorste of de achterste?
A
De voorste fontanel.
B
De achterste fontanel.
C
Beide sluiten tegelijkertijd.
D
Er is geen vast patroon.

Slide 7 - Quiz

De fase van het ouder basisschoolkind is van
A
2-4 jaar
B
6-9 jaar
C
9-12 jaar
D
12-15 jaar

Slide 8 - Quiz

De fase van de Adolescent is van
A
9-12 jaar
B
12-15 jaar
C
15-18 jaar
D
18-21 jaar

Slide 9 - Quiz

Welk gelukshormoon komt vrij bij aanraking?
A
Melatonine
B
Endorfine
C
Insuline
D
Betadine

Slide 10 - Quiz

Ieder mens is in staat om met de ogen dicht bepaalde lichaamsdelen (zoals hoofd, neus, elleboog) aan te wijzen. Dit noemen we....
A
Oppervlakkige tastzin
B
Matige tastzin
C
Diepe tastzin
D
Open tastzin

Slide 11 - Quiz

Wat is een fontanel?
A
Een soort tandheelkundige aandoening.
B
Een zachte plek op het hoofd van een baby.
C
Een type kinderziekte.
D
Een merk van babyvoeding.

Slide 12 - Quiz

Hoeveel fontanellen heeft een pasgeboren baby normaal gesproken?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 13 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van de fontanellen?
A
Ze helpen bij het kauwen van voedsel.
B
Ze reguleren de lichaamstemperatuur van de baby.
C
Ze maken de schedel van de baby flexibel tijdens de geboorte.
D
Ze bevorderen de groei van het haar van de baby.

Slide 14 - Quiz

Wanneer zijn alle fontanellen gesloten?
A
Bij de geboorte.
B
Op de leeftijd van 4 maanden.
C
Rond de leeftijd van max. 3 jaar.
D
Rond het tiende levensjaar.

Slide 15 - Quiz

Welke term wordt gebruikt om reflexen te beschrijven die vanaf de geboorte aanwezig zijn en niet meer verdwijnen?
A
Voorbijgaande reflexen
B
Ontwikkelingsreflexen
C
Verdiepende reflexen
D
Blijvende reflexen

Slide 16 - Quiz

Welke van de volgende reflexen is een voorbeeld van een blijvende reflex bij volwassenen?
A
Moro-reflex
B
Zuigreflex
C
Knipperreflex
D
Grijpreflex

Slide 17 - Quiz

Op welke leeftijd verdwijnen reflexen doorgaans bij kinderen?
A
rond de 3 maanden
B
rond de 6 maanden
C
rond de 12 maanden
D
rond de 24 maanden

Slide 18 - Quiz

Welk type reflex helpt bij het zuigen van melk uit de borst of fles bij zuigelingen?
A
Moro-reflex
B
Knipperreflex
C
Zoek/zuigreflex
D
Loopreflex

Slide 19 - Quiz

Welke reflex zorgt ervoor dat zuigelingen automatisch hun vingers om een object heen sluiten, wanneer het hun handpalmen raakt?
A
Moro-reflex
B
Grijpreflex
C
Hoofdreflex
D
Schrikreflex

Slide 20 - Quiz

Bij welke reflexen opent de baby beide armen?
A
Grijpreflex
B
Moro-reflex
C
Loopreflex
D
duikreflex

Slide 21 - Quiz

Als jonge kinderen zich voortbewegen met beide armen, ellebogen en knieën noemen we dit....
A
Robben
B
Tijgeren
C
Billenschuiven
D
kruipen

Slide 22 - Quiz

Als de baby zich bij het voortbewegen afzet met alleen beide handen, noemen we dit ....
A
Robben
B
Tijgeren
C
Billenschuiven
D
Kruipen

Slide 23 - Quiz

Met de schuttershouding doet het kind een poging om te
A
Zitten
B
kruipen
C
Staan
D
Liggen

Slide 24 - Quiz

Als de baby zich kan omdraaien van rugligging naar buikligging en andersom, noemen we dat.....
A
Durfbeweging
B
Slurfbeweging
C
Slurpbeweging
D
Turfbeweging

Slide 25 - Quiz

De Peuterfase is van
A
0-1 jaar
B
2-4 jaar
C
4-6 jaar
D
6-9 jaar

Slide 26 - Quiz

Op welke leeftijd volgens Freud begint de eerste fase van de seksuele ontwikkeling?
A
Zuigelingentijd
B
Peutertijd
C
Oedipale fase
D
Latentieperiode

Slide 27 - Quiz

In welke fase van de seksuele ontwikkeling ontstaat het Oedipuscomplex?
A
Orale fase
B
Anale fase
C
Fallische fase
D
Latentieperiode

Slide 28 - Quiz

Wat is volgens Freud het belangrijkste 'conflict' tussen kinderen en ouders in de fallische fase ?
A
Strijd om onafhankelijkheid
B
Strijd om voedsel
C
Strijd om controle over ontlasting
D
Strijd om ouderlijke liefde en aandacht

Slide 29 - Quiz

In welke fase van de seksuele ontwikkeling spreekt men van een voor kinderen seksueel rustige fase?
A
Orale fase
B
Anale fase
C
Fallische fase
D
Latentieperiode

Slide 30 - Quiz

Freuds theorie gaat er over dat gedrag grotendeels wordt bepaald door onbewuste krachten en verlangens? Hoe wordt deze theorie genoemd?
A
Psychotherapie
B
Behaviorisme
C
Psychoanalyse
D
Humanisme

Slide 31 - Quiz

In welke fase staat het zindelijk worden centraal?
A
Orale fase
B
Anale fase
C
Fallische fase
D
Latentie fase

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Welke didactische werkvormen zie je in het basisonderwijs?

Slide 36 - Carte mentale

Ik vind een beloningssysteem belangrijk in de klas.
Eens
Oneens
Geen mening

Slide 37 - Sondage

Ik vind een strafsysteem belangrijk in de klas.
Eens
Oneens
Weet niet

Slide 38 - Sondage

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive