Week 10: PV vt zwakke ww

Welkom!
  1. Leg je leesboek op tafel
  2. Leg je werkspullen op tafel
  3. Log in op LessonUp
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
  1. Leg je leesboek op tafel
  2. Leg je werkspullen op tafel
  3. Log in op LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Kletsen (5 minuten)
  • Lezen (10 minuten)
  • Woord van de dag (10 minuten)
  • Uitleg § 10 (10 minuten)
  • Zelfstandig aan de slag (10 minuten)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Je leert deze les de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een werkwoord?
A
Een mens, dier, ding of plant.
B
Een woord waar de tekst over gaat
C
Een woord dat aangeeft wat er gedaan wordt.
D
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zwak werkwoord?
A
Een werkwoord dat verandert van klank in de verleden tijd.
B
Een werkwoord dat niet verandert van klank in de verleden tijd.
C
De persoonsvorm in het meervoud.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan je erachter komen of je een zwak werkwoord met -de of -te schrijft?
A
"Dingflofbips" gebruiken.
B
De tijdproef gebruiken.
C
"'t ex-fokschaap" gebruiken.
D
De vraagproef gebruiken.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PV verleden tijd van zwakke werkwoorden
  • Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank in vt.
  • ik-vorm + -te(n) of -de(n).
  • Hoe kan je hierachter komen?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan je erachter komen?
  1. Neem het hele werkwoord
  2. Haal er -en van af
  3. Komt de laatste medeklinker voor in 't ex-fokschaap?
  4. Schrijf na de ik-vorm -te(n)
  5. Is het een andere medeklinker?
  6. Schrijf na de ik-vorm -de(n)

Slide 10 - Diapositive

Voorbeelden:
  • rennen
  • antwoorden
  • hopen
  • vluchten
Zelfstandig oefenen
Maak opdracht 1 t/m 7 van §10
Boek: blz. 236
Eerder klaar? Met de extra opdrachten in de digitale methode aan de slag!
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiten
  • Wat is een zwak werkwoord?
  • Is het zwakke werkwoord goed gespeld?
  • "Elisa dansde op straat."
  • Is het zwakke werkwoord goed gespeld?
  • "Philip staarde naar buiten."
  • STOELEN OP DE TAFELS? FIJN WEEKEND!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions