H4.2 en 4.3 Balans en resultatenrekening

H4.2 en 4.3
Balans en resultatenrekening
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H4.2 en 4.3
Balans en resultatenrekening

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt een balans lezen, je kunt beredeneren welke balansposten veranderen bij financiële feiten.
  2. Je kunt een resultatenrekening lezen en opstellen aan de hand van gegeven kosten en opbrengsten.

Slide 2 - Diapositive

Balans
Overzicht van bezittingen en vermogen op één moment

  • Bezittingen zijn activa en staan aan de debetzijde (links)
  • Vermogensbestanddelen (schulden en eigen vermogen) zijn passiva en staan aan de creditzijde (rechts)
  • Bezittingen - schulden = eigen vermogen
  • De balans geeft inzicht in de financiële situatie en is een onderdeel van de jaarrekening.



Slide 3 - Diapositive

Balans per 1-1-2024

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welke componenten maken deel uit van het eigen vermogen?
A
Ingebracht kapitaal en winst
B
Vreemd vermogen, liquide middelen, voorraden
C
Belastingen, leningen, debiteuren
D
Omzet, kosten, afschrijvingen

Slide 6 - Quiz

Hoe wordt het eigen vermogen op de balans berekend?
A
Totale activa gedeeld door het vreemd vermogen
B
Totale activa vermenigvuldigd met het vreemd vermogen
C
Totale activa plus het vreemd vermogen
D
Totale activa min het vreemd vermogen

Slide 7 - Quiz

Resultatenrekening
Overzicht van omzet en kosten over een bepaalde periode

  • Ook wel verlies- en winstrekening genoemd
  • Kosten staan aan de debetzijde, deze dragen bij aan meer verlies
  • Opbrengsten staan aan de creditzijde, deze dragen bij aan meer winst
  • Opbrengsten - kosten = saldo winst of verlies
  • Saldo winst verhoogd het eigen vermogen
  • Saldo verlies verlaagd het eigen vermogen

Slide 8 - Diapositive

Resultatenrekening 2024
Verlies- en winstrek 2024
Verlies
Winst

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verband tussen de balans en resultatenrekening?
A
De balans en resultatenrekening vormen samen de jaarrekening.
B
De balans toont de inkomsten en de resultatenrekening toont de uitgaven.
C
De balans toont de kosten en de resultatenrekening toont de bezittingen.
D
De balans en resultatenrekening zijn volledig los van elkaar.

Slide 10 - Quiz

Hoe worden de resultatenrekening en de balans samen gebruikt?
A
De resultatenrekening en de balans worden nooit samen gebruikt.
B
De balans toont alleen de financiële positie op één specifiek moment.
C
De resultatenrekening laat zien hoe de balans is veranderd in een bepaalde periode.
D
De resultatenrekening toont alleen de omzet en de balans toont alleen de kosten.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Winst = € 150 - € 100 = € 50

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Opbrengsten vs. Ontvangsten
Opbrengst = datgene dat een bedrijf verkoopt gedurende een periode
Ontvangst = datgene dat een bedrijf betaald wordt gedurende een periode

Verschil:
Opbrengsten
  • Resultatenrekening => Omzet

Ontvangsten
  • Liquiditeitsbegroting => Bijv. ontvangst debiteuren, ontvangst lening of verkoop vaste activa.

Slide 15 - Diapositive

Waarom zijn ontvangsten niet hetzelfde als opbrengsten?
A
Ontvangsten worden niet meegerekend bij opbrengsten.
B
Ontvangsten zijn slechts een deel van de opbrengsten.
C
Ontvangsten en opbrengsten zijn synoniemen van elkaar.
D
Opbrengsten zijn altijd hoger dan ontvangsten.

Slide 16 - Quiz

Bezittingen die één productieproces of korter dan een jaar meegaan.
vlottende activa
crediteuren
passiva
activa
Leveranciers aan wie een bedrijf nog geld schuldig is.
De schulden van een bedrijf en het eigen vermogen.
Bezittingen.

Slide 17 - Question de remorquage

Overzicht van de opbrengsten, kosten en winst in een jaar.
Kasgeld en banktegoed.
liquide middelen
dediteuren
balans
resultaten-
rekening
vaste activa
Klanten die hun rekening nog moeten betalen.
Een overzicht van de bezittingen en schulden op een bepaald moment.
Bezittingen die langer dan één productieproces of een jaar meegaan.

Slide 18 - Question de remorquage

Opdracht balans en resultatenrekening
(Groeps)opdracht: gegeven is onderstaande balans van handelsonderneming Groot

Slide 19 - Diapositive

In deze onderneming doen zich de volgende financiële feiten voor

Slide 20 - Diapositive

Opdracht deze les
Maken:
H4.2 opdracht 10
H4.3 opdracht 2 t/m 6

Degenen die H4.2 en 4.3 af hebben kunnen met H4.5 aan de slag.

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
Af hebben vragen H4.2 en H4.3
Lezen tekst H4.5 mutaties balans en resultatenrekening

Slide 22 - Diapositive