Hoofdstuk 8_Financiele administratie

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 8

Financiële administratie

Leerdoelen deze les

• Ik weet waarom het belangrijk is om een boekhouding bij te houden.
• De inrichting van de boekhouding herkennen, zoals boekstukken en  opbouw rekeningschema.
• Ik kan de verschillen benoemen tussen activa en passiva.
  
• Ik kan in eigen woorden uitleggen wat eigen vermogen is.
  
• Ik kan een balans en resultatenrekening opmaken.

Wat betekend het begrip
'boekhouden'?

1. bijhouden van alle kosten van een bedrijf
2. resultaat van de balans aflezen
3. bijhouden van de financiën van een bedrijf
4. bijhouden van de resultaten

De Boekhouding

Iedere onderneming is verplicht om een boekhouding bij te houden. In de boekhouding worden de verkopen en inkopen bijgehouden. Vervolgens kun je eruit aflezen of je winst of verlies maakt. 

Het is dus belangrijk dat de boekhouding in orde is!

Inrichting van de boekhouding

Boekingsstuk:

''Document dat een financieel feit weergeeft; ook wel genoemd boekingsdocument of boekingsbescheid.''

Voorbeelden:

• Kassabon
• Bankafschrift
• Inkoopfactuur
• Verkoopfactuur
• Overige boekingsstukken

Inrichting van de boekhouding

Rekeningschema (grootboek):

Zie 8.5 in je boek

Is een lijst met grootboekrekeningen 

die worden gebruikt om een 

boekhouding te voeren 

(duidelijk overzicht).

Alle veranderingen (zoals inkoop / verkoop) worden hierin bijgehouden.

Grootboekrekening (rekeningschema)

Na afsluiten van een periode (vaak een jaar) wordt er een financieel overzicht gemaakt. Dit bestaat uit de volgende 2 onderdelen:

• Balans: overzicht waarin alle bezittingen en schulden van een bedrijf in een bepaalde periode (vaak een jaar)

• Resultatenrekening: Een overzicht van de opbrengsten en de kosten in een bepaalde periode (vaak een jaar)

De Balans

Belangrijkste kenmerken van een balans:

- Er zit een linkerzijde (debet) en een rechterzijde (credit) aan de balans

- Het is een momentopname 

- De balans is altijd in evenwicht.

balans

Activa op de balans

• Alles waar we geld in investeren => bezittingen van bedrijf

Vaste volgorde: 

• Vaste activa: Gaan langer dan 1 jaar mee (> 1 jaar)
• Vlottende activa: Gaan korter dan een jaar mee (< 1 jaar)
• Liquide middelen: Kas en banktegoed

Passiva op de balans

• Waar het geld voor de investeringen (bezittingen) vandaan komt

Vaste volgorde: 

• Eigen vermogen
• Vreemd vermogen lang (> 1 jaar)
• Vreemd vermogen kort (< 1 jaar)

Einde van het jaar

Resultatenrekening

Overzicht waarin de opbrengsten en kosten worden bijgehouden in een bepaalde periode (vaak een jaar)

en eventuele winst (of verlies) over een bepaalde periode.

We noemen de resultatenrekening ook wel de

winst- en verliesrekening.

W&V rekening (resultatenrekening) 

in paginavorm

opbrengst verkopen

inkoopwaarde verkopen -

brutowinst

kosten                                      -

nettowinst     debet op de W/V rekening + eigen vermogen

nettoverlies   credit op de W/V rekening - eigen vermogen

W&V rekening (Resultatenrekening) in balansvorm

Kosten (debet)	Opbrengsten (credit)
inkoopwaarde huurkosten rentekosten loonkosten afschrijvingskosten etc etc (winst)	omzet (eventueel verlies)
totaal	totaal

Hierboven staat een voorbeeld van een resultatenrekening.

Zoals je kunt zien moeten de beide zijden van de resultatenrekening gelijk zijn, net als bij de balans.

Resultatenrekening

Zie de volgende resultatenrekening:

• Is er winst of verlies gemaakt?
• Hoeveel?

De resultatenrekening

kosten	opbrengsten
inkoopwaarde 5000 huurkosten 2000 rentekosten 500 loonkosten 3000 afschrijvingskosten 500 overige kosten 1000 (winst) .......	omzet 14.500 (eventueel verlies)
totaal € 14.500	totaal € 14.500

Planning : totaal 3 weken

• 1ste Week: Oefenen: Maken opdracht 8.05 t/m 8.12
• 2e Week: Extra oefenen: Maken 8.27 t/m 8.29: Inleveren voor het einde van de les via Word (delen) of via Teams.
• 2e Week: Start praktijkopdracht: Inleveren via SOM. Deadline is uiterlijk 14 februari 2025
• 3e Week: Op 11 februari PTA H8!!!

Oefenen week 1:

- Maken opdracht 8.05 t/m 8.12

Praktijkopdracht week 2

Eerst even oefenen:

- Maken 8.27 t/m 8.29: Inleveren voor het einde van de les

Praktijkopdracht Inleveren

Zie SOM

Intern boekstuk

Inkoopfactuur

Kasbon

Bankafschrift

Verkoopfactuur

Kasboek

Bankboek

Inkoopboek

Verkoopboek

Memoboek/diverse postenboek

Wat is het eigen vermogen

1. Geld dat een ondernemer zelf in het bedrijf stopt
2. Geld dat een ondernemer leent
3. Inkomen
4. Een hypotheek

Passiva

Activa

gebouw

inventaris

crediteuren

debiteuren

hypotheek

kas/bank tegoed

Activa

Passiva

Machine

Eigen vermogen

Bank

Debiteuren

Crediteuren

Lening

Voorraad

Eigen vermogen

Kort vreemd vermogen

Lang vreemd vermogen

Vaste activa

Vlottende activa