Engels woordjes eten en drinken AB

Engels
Woordjes oefenen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Engels
Woordjes oefenen

Slide 1 - Diapositive

a bite
A
een hap, hapje
B
banaan
C
eten
D
ontbijt

Slide 2 - Quiz

loaf of bread
A
boter
B
stukje brood
C
heel brood
D
rijst

Slide 3 - Quiz

book shop
A
boekwinkel
B
kookboek
C
bibliotheek
D
kauwgum

Slide 4 - Quiz

cake
A
suiker
B
cake, taart
C
peer
D
lunch, middageten

Slide 5 - Quiz

biscuits
A
sap
B
pizza
C
kaas
D
koekjes

Slide 6 - Quiz

comic book
A
moppenboek
B
stripboek
C
planetenboek
D
boek

Slide 7 - Quiz

lollipop
A
sinaasappel
B
pop
C
lolly
D
ijsje

Slide 8 - Quiz

breakfast
A
lunch
B
ontbijt
C
koekjes
D
avondeten

Slide 9 - Quiz

beef
A
boter
B
biefstuk
C
rundvlees
D
hamburger

Slide 10 - Quiz

cheese
A
koekje
B
rijst
C
kaas
D
salade

Slide 11 - Quiz

liquorice
A
snoepjes
B
drop
C
suiker
D
snoepjes

Slide 12 - Quiz

meatball
A
bordje
B
voetbal
C
een hapje
D
gehaktbal

Slide 13 - Quiz

dinner
A
lunch
B
avondeten
C
melk
D
ontbijt

Slide 14 - Quiz

fruit pie
A
cake
B
vlaai
C
fruit
D
fruitsnoepje

Slide 15 - Quiz

salmon
A
vis
B
verkopen
C
zalm
D
avondeten

Slide 16 - Quiz

shrimp
A
salade
B
zalm
C
garnaal
D
spring

Slide 17 - Quiz

lunch
A
avondeten
B
ontbijt
C
sinaasappel
D
lunch, middageten

Slide 18 - Quiz

milk
A
melk
B
theelepel
C
spaghetti
D
jam

Slide 19 - Quiz

orange
A
banaan
B
peer
C
sinaasappel
D
boter

Slide 20 - Quiz

tea
A
brood
B
thee
C
theelepel
D
ontbijt

Slide 21 - Quiz

teaspoon
A
avondeten
B
pasta
C
boterham
D
theelepel

Slide 22 - Quiz

water
A
water
B
melk
C
chocola
D
appel

Slide 23 - Quiz

Thanks!
Thank you for joining!

Slide 24 - Diapositive