herhalen grammatica congruentie

De het-is-bijna-kerst-nog-even-jongens-les




- nakijken ergon 14
Herhaling grammatica bnw
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De het-is-bijna-kerst-nog-even-jongens-les




- nakijken ergon 14
Herhaling grammatica bnw

Slide 1 - Diapositive

1. Οἱ αὐτοὶ δοῦλοι ἀεὶ τὸ αὐτὸ χαλεπὸν ἔργον ἐποίουν.

Slide 2 - Question ouverte


1. Οἱ αὐτοὶ δοῦλοι ἀεὶ τὸ αὐτὸ χαλεπὸν ἔργον ἐποίουν.

Dezelfde slaven deden altijd hetzelfde moeilijke werk. 

Slide 3 - Diapositive

2. Ἡ ἰσχυρὰ θεὰ αὐτὴ σοφίαν παρέχει τοῖς ἥρωσιν.

Slide 4 - Question ouverte

2. Ἡ ἰσχυρὰ θεὰ αὐτὴ σοφίαν παρέχει τοῖς ἥρωσιν.

De sterke godin zelf geeft wijsheid aan de helden. 

Slide 5 - Diapositive

3. Ἆρ᾽ οὐ τὴν αὐτὴν τέχνην ἔμαθες καὶ οἱ σοὶ ἀδελφοί;

Slide 6 - Question ouverte

3. Ἆρ᾽ οὐ τὴν αὐτὴν τέχνην ἔμαθες καὶ οἱ σοὶ ἀδελφοί;

Leerde jij dan niet dezelfde kunst als jouw broers?

Slide 7 - Diapositive

4. Αὐτὸς ὁ πατὴρ τὸν αὐτὸν φόβον εἶχε καὶ τὰ τέκνα.

Slide 8 - Question ouverte

4. Αὐτὸς ὁ πατὴρ τὸν αὐτὸν φόβον εἶχε καὶ τὰ τέκνα.

De vader zelf had dezelfde angst als de kinderen.

Slide 9 - Diapositive

5. Τὸ τῆς γυναικὸς ὄνομα οὐκ ἔμαθον· οὐ δὴ ἔξεστί μοι ὀνόματι καλεῖν αὐτήν.

Slide 10 - Question ouverte

5. Τὸ τῆς γυναικὸς ὄνομα οὐκ ἔμαθον· οὐ δὴ ἔξεστί μοι ὀνόματι καλεῖν αὐτήν.

Ik kende de naam van de vrouw niet; Dus ben ik niet in staat haar bij de naam te noemen.  

Slide 11 - Diapositive

6. Οἱ παῖδες αὐτοὶ πῦρ μέγα ποιεῖν ἤθελον, ἀλλὰ ἡ μήτηρ αὐτοὺς ἐκώλυσεν.

Slide 12 - Question ouverte

6. Οἱ παῖδες αὐτοὶ πῦρ μέγα ποιεῖν ἤθελον, ἀλλὰ ἡ μήτηρ αὐτοὺς ἐκώλυσεν.

De kinderen zelf wilden een groot vuur maken, maar de moeder hield hen tegen.

Slide 13 - Diapositive

Het zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Diapositive

1: de α / η- groep
voorbeeldwoorden:
    ἡ μάχη
    ἡ χώρα
    ἡ θάλαττα
    ὁ δεσπότης 

Slide 15 - Diapositive

1: de α / η- groep

- voorbeeldrijtje: ἡ μάχη, ἡ θεά
- kijk naar de laatste letter(s) van de nominativus
- pas de ρει-regel toe

Slide 16 - Diapositive

2: de ο - groep
 ὁ θέος
 τὸ τέκνον 

- de woorden op -ος zijn meestal mannelijk (uitzonderingen: ἡ παρθένος,  ἡ νῆσος)
- de woorden op -ον zijn onzijdig


Slide 17 - Diapositive

3: klinkerstammen 
- ὁ παις, παιδος
- ἡ γυνη, γυναικος
- τὸ πρᾶγμα, πράγματος

- groep 3 heeft mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden
- leer altijd nominativus én genitivus 

Slide 18 - Diapositive

Nom
Gen
Dat
Acc
μεγάλου
τῶν θυρῶν
ἡ ἡμερα
οἱ ἀνθρωποι
τοῖς δοῦλοις
πολλῳ
καλας
τους χρονους

Slide 19 - Question de remorquage

Een bijv. nw. heeft altijd hetzelfde geslacht, hetzelfde getal en dezelfde naamval als het zelfst. nw. waar het bij hoort
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Een bijv. nw. heeft altijd dezelfde verbuigingsgroep als het zelfst. nw. waar het bij hoort
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Is deze combinatie goed:
ἐσθητα καλην
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Waarmee congrueert αἱ Ἀθῆναι?
A
μεγαλαι
B
μεγαληι
C
μεγαλας
D
μεγαλα

Slide 23 - Quiz

Is deze combinatie goed:
γυναικος σοφος
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Waarmee congrueert τόν δεσποτήν?
A
κακος
B
κακην
C
κακον
D
κακη

Slide 25 - Quiz

nominativus
genitivus
dativus
accusativus
ἀγαθος ἡγεμων
ἀσπιδι καλῃ
καλοι ποδες
δορυ μακρον
καλαις γυναιξιν
ἡρωας ἀνδρειους
καλου δουλου
γυναικων ἀνδρειων

Slide 26 - Question de remorquage

Waarmee congrueert τῇ θαλαττᾳ?
A
ἀλλα
B
ἀλλη
C
ἀλλᾳ
D
ἀλλῃ

Slide 27 - Quiz

Congrueer de juiste woorden met elkaar
το δορυ
ταις γυναιξιν
οἱ ποδες
ὁ ἡγεμων
ἀσπιδι
καλῃ
ἀγαθος
μακρον
καλαις
καλοι

Slide 28 - Question de remorquage

Wat congrueert met γυναικα?
A
καλαι
B
ἀνδρεια
C
ἀγαθην
D
μακρους

Slide 29 - Quiz

Congrueer de juiste woorden met elkaar
ὁ ἀνηρ
της μαχης
του δουλου
αἱ γυναικες
τα τεκνα
ἀγαθα
βαρβαραι
μακρας
ἀνδρειος
καλου

Slide 30 - Question de remorquage

Wat congrueert met ὀνομασιν?
A
ἀγαθοι
B
ἀγαθῳ
C
μακροις
D
μακρον

Slide 31 - Quiz

Welke woorden congrueren NIET?
A
ὁ καλος δουλος
B
τῳ πλοιῳ ἀγαθῳ
C
αἱ ἀγαθας θυγατερες
D
ἡ χωρα μακρα

Slide 32 - Quiz

Is de vertaling goed of fout?
Ὁ αὐτὸς δοῦλος τὴν σκίαν ἔβλεψεν.
Deze slaaf zag de schaduw.

A
goed
B
fout

Slide 33 - Quiz

Wat moet de goede vertaling zijn van ὁ αὐτος δοῦλος?

Slide 34 - Question ouverte

Morgen: Kerstles!

Slide 35 - Diapositive