GRO Online herhaling 4V (1 t/m 3)

Today's 
Online Lesson



Online herhaling van de lesstof voor de GRO toets
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Today's 
Online Lesson



Online herhaling van de lesstof voor de GRO toets

Slide 1 - Diapositive

Present Simple
Hoe?

Een aantal onregelmatige vormen (to be / to have)
Rest: Hele ww & shit+s
ONTHOUDEN: negative & questions met do/does!

Slide 2 - Diapositive

Present Simple
Signaalwoorden
Twice a month, on Fridays, often, sometimes, this evening, at 10 o’clock, tomorrow, always, regularly, never etc. 


Slide 3 - Diapositive

Wanneer?
1. Iets wat altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Tijdschema of roosters
3. Feiten
4. Permanente situaties
5. Gewoontes
6. Korte huidige situaties

Voorbeeldzin
1. I always walk to school.
2. Our train leaves at 11am.
3. Water boils at 100 degrees Celsius.
4. I live in London.
5. She plays tennis every Tuesday.
6. He takes the ball and scores a goal!

Slide 4 - Diapositive

Present Continuous
Hoe?

To be + hele werkwoord + ing
LET OP! ontkenning komt tussen to be + ww

Slide 5 - Diapositive

Present Continuous
Signaalwoorden
Now, at the moment, for a few weeks, for a couple of months, these days, constantly (when annoyed!)

Slide 6 - Diapositive

Wanneer?
1. Wanneer je praat over iets wat nu aan de gang is.
2. Wanneer iets kort duurt.
3. Acties in de nabije toekomst.
4. Irritatie


Voorbeeldzin
1. I’m working at the moment.
2. I’m staying in London for a few weeks.
3. Tom is leaving in a few minutes.
4. You are constantly losing your keys!

Slide 7 - Diapositive

Simple Past
Hoe?

Werkwoord + ed
Onregelmatige werkwoorden – 2e rijtje!
Vraag & ontkenning = did + hele werkwoord


Slide 8 - Diapositive

Simple Past
Signaalwoorden
Yesterday, last night, in 2003, 6 months ago.
DUIDELIJK MOMENT IN HET VERLEDEN!

Slide 9 - Diapositive

Wanneer?
1. Wanneer iets in het verleden in gebeurd. 


Voorbeeldzin
1. I went to the cinema yesterday.

Slide 10 - Diapositive

Past Continuous
Hoe?

Was / were + hele werkwoord + ing


Slide 11 - Diapositive

Past Continuous
Signaalwoorden
While, when, as long as


Slide 12 - Diapositive

Wanneer?
1. Een actie die voor een andere actie in het verleden plaats vindt (samen met de past simple!)
2. Actie in het verleden met nadruk op tijdsduur.



Voorbeeldzin
1. I was having breakfast, when the phone suddenly rang.
2. I was working in the garden all day.

Slide 13 - Diapositive

Present Perfect
Hoe?

Have / has + voltooid deelwoord



Slide 14 - Diapositive

Present Perfect
Signaalwoorden
Ever, never, since 2010, since July, for ten years, for three days, this week, today, this month, this year, just, yet, recently, already.

FYNE JAS: For, Yet, Never, Ever, Just, Always, Since



Slide 15 - Diapositive

Wanneer?
1. Om aan te geven dat iets al een lange tijd zo is.
2. Een activiteit met resultaat in het heden.
3. Levenservaringen.
4. Recente afgeronde acties.


Voorbeeldzin
1. I have known Karen since 2004.
2. I have lost my keys, so I can’t get into the house.
3. I have never been to New York.
4. I Have just finished the project.

Slide 16 - Diapositive

Present Perfect Continuous
Hoe?

Have/has + been + hele ww + ing
 




Slide 17 - Diapositive

Present Perfect Continuous
Signaalwoorden
All day, for 4 years, since 1993, how long?, the whole week




Slide 18 - Diapositive

Wanneer?
1. Een actie die recent is gestopt, of nog bezig is, met de nadruk op tijdsduur!
2. Actie met invloed op het heden – wel tijdsduur!



Voorbeeldzin
1. She has been writing for two hours.
2. I have been walking all afternoon, so my legs are dead.



Slide 19 - Diapositive

Confusing Combinations!

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

De toets
Extra oefenen? www.ego4u.com

Opdrachten in de toets (komt ook op SOMtoday!)
Alle tijden door elkaar gebruiken (20 vragen, soms met meerdere items)
Zinnen vertalen (met de goede tijd)
Schrijf de fout op en verbeter deze.

Slide 25 - Diapositive