V2 La do 14 dec

V2 La do 14 dec
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

V2 La do 14 dec

Slide 1 - Diapositive

Vragen bij de gelezen teksten:
Tekst 9

Slide 2 - Diapositive

rr.1-4

Welk woord staat er niet in de nominativus?
A
r.1 dies
B
r.2 praecones
C
r.1 festus
D
r.4 spectacula

Slide 3 - Quiz

rr.20-27

Geef een voorbeeld van een gebiedende wijs.

Slide 4 - Question ouverte

r.27: ego

Wie is dat?
A
Marcus
B
Gaius
C
Quintus
D
Publius

Slide 5 - Quiz

r.20: tibi

Wie is dat?
A
Marcus
B
Publius
C
Quintus
D
Gaius

Slide 6 - Quiz

r.19: gladio

Wat is de grammaticale functie in de zin?
A
bijvoeglijke bepaling
B
lijdend voorwerp
C
persoonsvorm
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Quiz

rr.8-13

Geef een voorbeeld van een vocativus

Slide 8 - Question ouverte

r.17:nos

Wie zijn dit?
A
De vier vrienden
B
Publius en Quintus
C
Quintus, Publius en Gaius
D
Gaius en Quintus

Slide 9 - Quiz

r.12: Sed t/m potest

Waarom kan hij dat niet?

Slide 10 - Question ouverte

r.18: Celado

Welke naamval wordt hier gebruikt?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 11 - Quiz

Het werkwoord

Slide 12 - Diapositive

Het imperfectum kun je herkennen aan de letters:

Slide 13 - Question ouverte

Het perfectum kun je bij de werkwoorden op -are en -ire meestal herkennen aan de letter:

Slide 14 - Question ouverte

De onvoltooid tegenwoordige tijd heet ook wel:

Slide 15 - Question ouverte

Ik fietste over straat en toen stak er een vos over!
'Ik fietste' zou in het Latijn in welke tijd staan?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
nominativus

Slide 16 - Quiz

'Ik fietste over straat en toen stak er een vos over!'
'stak' zou in het Latijn in welke tijd staan?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
nominativus

Slide 17 - Quiz

Voor het beschrijven van een toestand of een langdurige handeling in het verleden gebruikt het Latijn het:
A
imperfectum
B
perfectum
C
praesens
D
dativus

Slide 18 - Quiz

Wat is de gebiedende wijs meervoud van 'clamare'?
A
clamite
B
clamatis
C
clamate
D
clamates

Slide 19 - Quiz

Wat is de gebiedende wijs enkelvoud van 'venire'?
A
venis
B
veni
C
venite
D
ven

Slide 20 - Quiz

Geef de persoonsvormen van het ev van

amare

Slide 21 - Question ouverte

Puer et puellae valde gaudent quod mater venit.

De jongen en het meisje zijn erg blij dat moeder komt.

Slide 22 - Question ouverte

In arenam bestiarii leones et pantheras petebant.

In de arena vallen de dierenvechters leeuwen en panters aan

Slide 23 - Question ouverte

Milites spectabant feminae et ridebant

De soldaten keken naar de vrouwen en lachten

Goed of fout?
Indien fout: verbeter de fout 

Slide 24 - Question ouverte