welkom in 2 Latijn

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Salvete in classe secunda!

Hoe zat het ook alweer met...

de werkwoordstijden?

De onvoltooid tegenwoordige tijd heet ook wel:

Ik fietste over straat en toen stak er een vos over!
'Ik fietste' zou in het Latijn in welke tijd staan?

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum
4. nominativus

'Ik fietste over straat en toen stak er een vos over!'
'stak' zou in het Latijn in welke tijd staan?

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum
4. nominativus

Voor het beschrijven van een toestand of een langdurige handeling in het verleden gebruikt het Latijn het:

1. imperfectum
2. perfectum
3. praesens
4. dativus

Het imperfectum kun je herkennen aan de letters:

Het perfectum kun je bij de werkwoorden op -are en -ire meestal herkennen aan de letter:

Vul het schema verder in: 

	ev	mv
1e
2e	laudas
3e

Geen paniek als het niet lukt... het is een experiment.

Geef alle persoonsvormen in het praesens van 'laudare'

Geef de persoonsvormen meervoud van het imperfectum van 'delēre'

Geef de persoonsvormen enkelvoud van het perfectum van amare.

Leg uit wat een imperativus is

Wat is de gebiedende wijs meervoud van 'clamare'

1. clamite
2. clamatis
3. clamate
4. clamates

Wat is de gebiedende wijs enkelvoud van 'venire'?

1. venis
2. veni
3. venite
4. ven

Hoe zat het ook alweer met...

de naamwoorden?

De accusativus wordt gebruikt voor

1. het meewerkend voorwerp
2. de bijwoordelijke bepaling
3. het onderwerp
4. het lijdend voorwerp

De dativus wordt gebruikt voor

1. het meewerkend voorwerp
2. de bijwoordelijke bepaling
3. het onderwerp
4. het lijdend voorwerp

De ablativus wordt gebruikt voor

1. het meewerkend voorwerp
2. de bijwoordelijke bepaling
3. het onderwerp
4. het lijdend voorwerp

Zet elk woord bij de juiste naamval. Per vak komt er 1 woord.

nom

gen

dat.

acc

abl

onder-werp

'voor'

'van'

'door/

met'

lijdend

voor-

werp

Geef getal en naamval van:
feminae

1. nom. ev
2. dat. mv
3. dat. ev.
4. acc. mv.

Geef getal en naamval van:
dei

1. nom. mv.
2. acc. ev.
3. dat. ev.
4. acc. mv.

Geef getal en naamval van: uxori

1. nom. mv.
2. dat. mv.
3. dat. ev.
4. acc. mv.

In welke naamval staat het woord? Sleep naar het juiste vak. Er kunnen meer woorden in 1 vak komen, of juist helemaal geen!

nom.

gen.

dat.

acc.

abl.

servos

templorum

deus

patribus

feminam

Sleep de woorden naar de juiste verbuigingsgroep

Groep 1

Groep 2

Groep 3

duci

dei

pugnas

signum

ignis

Bij welke verbuigingsgroep hoort:
mater, matres?

1. groep 1
2. groep 2a
3. groep 2b
4. groep 3

Bij welke verbuigingsgroep horen:
populus en equus?

1. groep 1
2. groep 2a
3. groep 2b
4. groep 3

Bij welke verbuigingsgroep horen:
donum en initium?

1. groep 1
2. groep 2a
3. groep 2b
4. groep 3

Hoe vertaal je het pers. vnw. nos

1. wij
2. ons
3. voor ons
4. van ons

Hoe vertaal je het pers. vnw. eius

1. van hem
2. van hen
3. van mij
4. van ons

Hoe vertaal je het pers. vnw. vobis

1. door jullie
2. voor jullie
3. door ons
4. voor ons

Welke naamval is 'tibi'

1. nominativus
2. genitivus
3. dativus
4. ablativus

Welke naamval is 'eum/eam'

1. nominativus
2. ablativus
3. dativus
4. accusativus

Welke naamval is 'eorum'

1. nominativus
2. genitivus
3. dativus
4. ablativus

Is de vertaling goed of fout?
Matres nos protegunt - Wij beschermen de moeders

1. goed
2. fout

Is de vertaling goed of fout?
Patres accedit - Hij nadert de vaders

1. goed
2. fout