Herh T3 BS 5 t/m 8

thema 3 Ordenen herhalen
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

thema 3 Ordenen herhalen

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen?
herhalen:
3.5 Planten
3.6 Dieren
3.7 Gewervelde dieren
3.8 Organismen indelen


Slide 2 - Diapositive

3.5 Planten

Slide 3 - Diapositive

leerdoelen vandaag (3.5)
Aan het einde van de les:
- kan je het plantenrijk indelen in 2 stammen
- kan je van elke stam kenmerken en voorbeelden noemen

Slide 4 - Diapositive

Het plantenrijk kan je verdelen in 2 stammen

Slide 5 - Diapositive

3.5 planten
planten kun je indelen in stammen:
- sporenplanten (planten zonder bloemen)
- zaadplanten (planten met bloemen)

Bij het indelen in deze 2 stammen, gebruik je de manier van voortplanten als kenmerk.

Slide 6 - Diapositive

3.5 planten
sporenplanten:
- planten zich voort door middel van sporen
- hebben nooit bloemen
- hebben wel wortels, stengels en bladeren

Tot de sporeplanten behoren de mossen en varens.

Slide 7 - Diapositive

sporenplanten
- mossen en varens
- planten zich voort door middel van sporen (net als een schimmel)
- bij mossen zitten deze sporen in sporendoosjes
- bij varens zitten deze sporen in sporenhoopjes

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

3.5 Planten
zaadplanten
- hebben wel bloemen
- planten zich voort door middel van zaden
- de zaden ontstaan in de bloemen

Slide 11 - Diapositive

3.6 Dieren

Slide 12 - Diapositive

leerdoelen vandaag (3.6)
Aan het einde van de les:
- kan je het dierenrijk indelen in 7 stammen
- kan je van elke stam voorbeelden en kenmerken noemen

Slide 13 - Diapositive

3.6 Dieren
Het dierenrijk wordt verder verdeeld in stammen. Ze kijken hierbij naar:
- symmetrie (in gelijke helften verdeeld/spiegelbeeld)
- skelet

Slide 14 - Diapositive

3.6 Dieren

Slide 15 - Diapositive

3.6 Dieren
symmetrie; verschillende soorten:
- niet-symmetrisch
- tweezijdig symmetrisch: op 1 manier in twee gelijke helften te verdelen
- veelzijdig symmetrisch: op meerdere manieren in twee gelijke helften te verdelen

Slide 16 - Diapositive

soorten symmetrie

Slide 17 - Diapositive

dieren
skelet: de stevige delen van een dier

functie skelet:
- stevigheid
- bescherming


Slide 18 - Diapositive

dieren
dieren hebben:
- geen skelet of
- uitwendig skelet (aan de buitenkant) of
- inwendig skelet (aan de binnenkant van het lichaam)

Door te kijken naar het skelet, kan je de dieren ordenen in verschillende groepen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

dieren
Op basis van symmetrie worden de dieren ingedeeld in de volgende stammen:
- sponzen
- neteldieren
- ringwormen
- weekdieren
- geleedpotigen
- stekelhuidigen
- geleedpotigen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

3.6 Gewervelde dieren

Slide 26 - Diapositive

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de stam van de gewervelden indelen in 5 groepen
- van elke groep kan je kenmerken en voorbeelden geven

Slide 27 - Diapositive

3.7 gewervelde dieren

Slide 28 - Diapositive

3.7 gewervelde dieren
De vijf groepen zijn ingedeeld op basis van een aantal kenmerken:
- huid
- lichaamstemperatuur
- ademhalingsorganen
- manier van voortplanten
- omgeving (milieu) waarin het dier leeft


Slide 29 - Diapositive

3.7 Gewervelde dieren
Aan de hand van deze kenmerken worden de gewervelde dieren in 5 groepen verdeeld:
- vissen
- amfibieën
- reptielen
- vogels
- zoogdieren

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

3.8 Organismen indelen

Slide 34 - Diapositive

leerdoelen vandaag (3.8)
Aan het einde van de les:
- kan je een vertakkingsschema invullen van groepen organismen
- kan je een determineertabel van organismen gebruiken

Slide 35 - Diapositive

vertakkingsschema

Slide 36 - Diapositive

3.8 organismen indelen
determineren: het opzoeken van de naam van een organisme met behulp van een determineertabel.

Dit doe je als je de naam van een organisme niet weet.

In een determineertabel begin je altijd bovenaan. Je noteert de stappen die je maakt.

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 41 - Diapositive