Samenvatting

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3

3.1 stoffen mengen en verwarmen

Je weet wat producteisen en de Warenwet is.
Je weet wat een chemische reactie en een natuurkundig proces is.
Je kan een reactieschema maakt.

Noem een producteis

Geef een voorbeeld van een chemische reactie

Geef het reactieschema:
Hout reageert met zuurstof tot as, water en koolstofdioxide

3.2 Ontleden

Je weet wat ontleedbare stoffen en niet-ontleedbare stoffen zijn.
Je weet wat thermolyse, elektrolyse en fotolyse is en kan van elk een voorbeeld noemen.
Je weet wat een aantoningsreactie is en kan 3 voorbeelden noemen.

Waar bestaan er meer van?

1. Ontleedbare stoffen
2. Niet-ontleedbare stoffen
3. Ongeveer evenveel

Wat is geen ontledingsreactie?

1. water (l) -> zuurstof (g) + waterstof (g)
2. koperchloride (l) -> koper (s) + chloor (g)
3. waterstofperoxide (l) -> water (l) + zuurstof (g)
4. natrium (s) + chloor (g) -> natriumchloride (s)

Wat is een aantoningsreactie?

3.3 Een productie voorbereiden

Je weet wat een productieproces is.
Je weet wat de wet van massabehoud inhoudt.
Je kan met massaverhouding rekenen en een overmaat berekenen.

Wat hoort niet bij de voorbereiding van een productieproces?

1. Hoeveel product je wil maken
2. Hoeveel producten je wil verkopen
3. Wat de gevaren van het productieproces zijn
4. Welke stoffen je nodig hebt

Bij de fotolyse van waterstofperoxide ontstaan water en zuurstof. Ik laat 20 gram waterstofperoxide ontleden. Na afloop is de massa kleiner dan 20 gram.
Leg uit hoe dit kan

Koper en zuurstof reageren in de massaverhouding 63 : 16. Je laat 200 kg koper met 83 kg zuurstof reageren.
Hoeveel kilogram is zuurstof in overmaat?

3.4 Een product maken

Je weet wat opschalen betekend en welke stappen daarvoor nodig zijn.
Je weet waarom bedrijven testen en evalueren
Je kan een blokkenschema maken

Wat betekent 'werken op laboratoriumschaal'?

1. Dat het glaswerk speciaal gemaakt is voor het laboratorium
2. Dat je altijd schoon moet werken
3. Dat je met kleine hoeveelheden werkt
4. Dat je werkt in een laboratorium

Wat is evalueren?