Spelling 2.8 - 3 kader

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Spelling 2.8 

3 kader

Lesplanning

- Uitleg theorie spelling 2.8 + oefeningen

- Maak opdrachten van spelling 2.8 + nakijken
- Maak online de test jezelf van spelling 2.8

Lesdoel:
- Je kunt hoofdletters en leestekens correct gebruiken

- Je kunt de regels van werkwoordspelling correct toepassen.

Leestekens

- Je moet elke dag een leesboek meenemen.

- Let nou eens op!

- Hebben we morgen een toets?

Leestekens

- Als het regent, word je nat.
- Jullie zijn leuke, slimme leerlingen.

- Vandaag hebben jullie economie, Nederlands en wiskunde.

- Geachte meneer,

- Met vriendelijke groet,

Moet in de onderstaande zin een komma staan?

'Als een kind slecht gedrag vertoont bemoeit de hele buurt zich ermee.'

1. ja
2. nee

Moet ik de onderstaande zin een komma staan?

'Morgen heb ik twee toetsen: Engels en Nederlands.'

1. ja
2. nee

Moet in deze zin een komma staan?

'Wat een lief klein hondje heb jij!'

1. ja
2. nee

Waar staan de groet en afsluiting correct geschreven?

1. Geachte heer/mevrouw Met vriendelijke groet,
2. Geachte heer/mevrouw, Met vriendelijke groet,
3. Geachte heer/mevrouw, Met vriendelijke groet
4. Geachte heer/mevrouw Met vriendelijke groet

Leestekens

De docent zei: 'Over zeven weken is het kerstvakantie!'

Welk citaat is correct geschreven?

1. De leerling zei: Ik heb mijn huiswerk gemaakt.
2. De leerling zei: 'Ik heb mijn huiswerk gemaakt.'

Welk citaat is correct geschreven?

1. Het meisje zei 'Ik ben vandaag jarig.'
2. Het meisje zei: 'Ik ben vandaag jarig.'

Welke zin kloppen ALLE leestekens?

1. Hij zei: Ik heb geen zin om op te staan.
2. Hij zei: 'Ik heb geen zin om op te staan'
3. Hij zei 'Ik heb geen zin om op te staan.'
4. Hij zei: 'Ik heb geen zin om op te staan.'

Hoofdletters

In welke zin klopt de hoofdletter?

1. 'S middags fiets ik snel naar huis.
2. 's Middags fiets ik snel naar huis.

In welke zin klopt de hoofdletter?

1. 18 kinderen zitten er in deze klas.
2. 18 Kinderen zitten er in deze klas.

In welke zin klopt de hoofdletter?

1. 'T is aardig dat je dat vraagt!
2. 't Is aardig dat je dat vraagt!

Hoofdletters

In welke naam kloppen de hoofdletters?

1. mevrouw Van den Hoven
2. mevrouw van den Hoven
3. mevrouw Van Den Hoven

In welke naam kloppen de hoofdletters?

1. Marleen Van den Hoven
2. Marleen van den Hoven
3. Marleen Van Den Hoven

Lesplanning

- Maak van spelling 2.8, opdr. 4, 6a en 7a (blz. 145-147) en maak online de test jezelf van spelling 2.8 = huiswerk

- Klaar? --> Ga lezen.

Lesdoel:
- Je kunt hoofdletters en leestekens correct gebruiken.

- Je kunt de regels van werkwoordspelling correct toepassen.